X/Papierrecycling B.V. c.s.

X is werkzaam als vrachtwagenchauffeur. Heftruckchauffeur Y heeft de lading van X gelost. Tijdens het lossen is X een ongeval overkomen als gevolg waarvan vier vingers zijn geamputeerd. Centrale vraag in de onderhavige deelgeschilprocedure is of de werkgeefster van Y ex artikel 6:170 BW aansprakelijk is voor de schade van X.

De rechtbank oordeelt dat het geschil zich leent voor behandeling in een deelgeschilprocedure. Dat nader onderzoek nodig is geweest, onder meer door middel van een descente, maakt dit niet anders. Naar aanleiding van overgelegde verklaringen en de descente wordt geoordeeld dat is komen vast te staan dat de vier vingers van de rechterhand van X bekneld zijn geraakt tussen de door Y bestuurde heftruck en de rong van de vrachtwagen, toen X die rong in de laadvloer van de vrachtwagen aan het plaatsen was. Y heeft onoplettend en onzorgvuldig en derhalve onrechtmatig gehandeld door achteruit te rijden zonder zich direct daaraan voorafgaand ervan te vergewissen of X, van wie hij wist dat die zich uit hoofde van zijn werkzaamheden nabij de vrachtwagen bevond, zich op een ten opzichte van de heftruck veilige plaats bevond. Werkgeefster is aansprakelijk voor de schade uit de door Y ten opzichte van X gepleegde onrechtmatige daad. De omstandigheid dat X zich – kennelijk in strijd met de eerdere aanwijzingen van Y door middel van handgebaren om afstand te houden – niet op afstand heeft gehouden, heeft bijgedragen tot de schade en die omstandigheid kan aan X worden toegerekend. Zowel Y als X hebben voor 50% bijgedragen aan het ontstaan van de schade. Echter, in dit specifieke geval eist de billijkheid wegens de uiteenlopende ernst van de gemaakte fouten dat de aansprakelijkheid geheel in stand blijft. Daarbij wordt met name in aanmerking genomen dat de (gemotoriseerde) heftruck door zijn gewicht en massa in geval van een aanrijding met een niet gemotoriseerde persoon als X ernstige (letsel)schade tot gevolg kan hebben.