Rechtspraak
Gerechtshof Amsterdam (Locatie Amsterdam), 23 april 2013
ECLI:NL:GHAMS:2013:CA1764
werknemer/KSB Diensten BV
Werknemer is op 2 januari 2001 bij KSB in dienst getreden als assistent schoonmaker. Op 21 januari 2001 is werknemer gevallen tijdens de uitoefening van zijn schoonmaakwerkzaamheden voor KSB in een school in Amsterdam-West. Partijen verschillen van mening over de precieze toedracht van de val. Vast staat dat de werkzaamheden waarbij werknemer ten val is gekomen inhielden dat hij met een schrobmachine over een vloer lopend die vloer, die vlak daarvoor door een collega van werknemer was ingesopt, reinigde. Volgens werknemer is hij uitgegleden toen hij aan het werk was op de vlakke gladde vloer. KSB stelt dat hij is gevallen omdat hij achteruit lopend met de schrobmachine een duidelijk zichtbaar afstapje niet heeft gezien en daardoor zijn evenwicht heeft verloren. Werknemer heeft door deze valpartij letsel aan zijn rechterpols opgelopen. In september 2005 ervaart werknemer hevige pijnklachten. Hij stelt KSB aansprakelijk voor de schade.
Het hof oordeelt als volgt. KSB heeft niet betwist dat werknemer weliswaar ervaring had met schoonmaakwerkzaamheden maar nooit eerder met een schrobmachine had gewerkt en ter zake van het bedienen van en werken met die machine geen enkele instructie van KSB had gehad. KSB heeft evenmin betwist dat zij werknemer geen antislipschoenen ter beschikking had gesteld – KSB heeft wel gesteld dat zij deze schoenen, althans Zweedse klompen die volgens haar bij uitstek geschikt zijn voor de onderhavige werkzaamheden, beschikbaar had maar niet dat zij deze ook aan werknemer had aangeboden. Naar het oordeel van het hof had van KSB wel enige instructie verwacht mogen worden nu het de eerste keer was dat werknemer (voor haar) een schrobmachine moest bedienen en had zij hem ook het schoeisel dat zij voor dit soort werkzaamheden beschikbaar heeft, moeten aanbieden. De conclusie is dat de gladheid van de vloer in combinatie met het niet aanbieden van antislipschoenen en het gebrek aan instructies in relevante mate hebben bijgedragen aan de toedracht van het ongeval. KSB is haar zorgplicht derhalve niet nagekomen. Gesteld noch gebleken is voorts dat het ongeval in belangrijke mate het gevolg is van opzet of bewuste roekeloosheid van werknemer.