Rechtspraak
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 23 juli 2013
ECLI:NL:GHARL:2013:5359
werknemer/De Kabels Amsterdam B.V.
Werknemer is op 1 juni 1990 in dienst getreden bij RVA. De heer X was tot 1 januari 1999 enig directeur van RVA. De aandeelhouder was Davi Beheer. Na de scheiding van X en zijn vrouw, is Davi Beheer opgesplitst en zijn twee nieuwe vennootschappen opgericht, te weten Interieurgroep X B.V. (met aandeelhouder X) en Traditions Beheer en Management B.V. (met aandeelhouder de vrouw). RVA is onder laatstgenoemde vennootschap gevallen met als nieuwe naam X Traditions. X heeft in 2000 een nieuwe vennootschap opgericht, De Kabels, en werknemer benaderd bij hem in dienst te treden. In 2005 is al het personeel van De Kabels ondergebracht bij Interieurgroep X BV. In april 2011 is deze vennootschap failliet gegaan. Werknemer vordert in deze procedure nakoming van de pensioentoezegging bij RVA en stelt zich op het standpunt dat in feite sprake is van opvolgend werkgeverschap. Voorts vordert hij nakoming van de pensioentoezegging voortvloeiende uit de CAO Groothandel in Textielgoederen en aanverwante artikelen.
Het hof oordeelt als volgt: anders dan werknemer klaarblijkelijk betoogt, is het hof van oordeel dat De Kabels niet kan worden aangemerkt als rechtsopvolger van de vorige werkgever van werknemer. Het komt het hof voor dat werknemer aandeelhouderschap vereenzelvigt met werkgeverschap. Werknemer was tot 1 september 2000 in dienst bij een rechtsopvolger van zijn oorspronkelijke werkgever RVA. Gesteld noch gebleken is dat De Kabels aangemerkt moet worden als rechtsopvolger van X Traditions B.V. Integendeel: werknemer heeft ontslag genomen bij X Traditions B.V. en had, daaraan voorafgaand, behoefte aan zekerheid omtrent indiensttreding bij De Kabels. Dit was niet nodig geweest indien De Kabels aangemerkt kon worden als rechtsopvolger van zijn vorige werkgever. Het mag zo zijn dat de wetgever in het kader van de ketenregeling in artikel 7:668a BW (de wettelijke bepaling die meebrengt dat elkaar opvolgende arbeidsovereenkomsten voor bepaalde tijd kunnen leiden tot een dienstverband voor onbepaalde tijd) onder omstandigheden werkzaamheden bij een andere werkgever meetelt voor de keten, maar deze regeling heeft niet de strekking dat de opvolgende werkgever gehouden is de arbeidsvoorwaarden van de vorige werkgever met de werknemer voort te zetten. Nu De Kabels geen, dan wel een voorwaardelijke, pensioentoezegging heeft gedaan, ontvalt het vorderingsrecht van werknemer. Evenmin is sprake van gebondenheid en betrokkenheid bij de CAO.