Rechtspraak
Gerechtshof Amsterdam (Locatie Amsterdam), 25 juni 2013
ECLI:NL:GHAMS:2013:1958
werknemer/V.O.F. Delphi
Werknemer is in 2009 bij Delphi in dienst getreden als keukenhulp. Delphi heeft blijkens daarvan door Delphi in eerste aanleg overgelegde ‘kwitanties’, beginnend in 2009, aan werknemer voorschotten op nog te ontvangen loon contant uitbetaald. Tot en met juni 2010 waren die voorschotten opgelopen tot het totaalbedrag van € 4.850. Vanaf juli 2010 heeft Delphi op het loon van werknemer geldbedragen ingehouden (oplopend van € 400 tot € 1.000 op het nettosalaris van € 1.400), verband houdend met die voorschotten. In december 2010 is in het geheel geen loon betaald. Werknemer heeft zijn arbeidsprestatie opgeschort totdat Delphi hem het achterstallige loon zou betalen. Delphi heeft werknemer op staande voet ontslagen wegens werkweigering. Werknemer heeft zich berust in de opzegging maar vordert schadevergoeding wegens onregelmatige opzegging.
Het hof oordeelt als volgt. Het beroep op opschorting was naar het oordeel van het hof in de gegeven omstandigheden gerechtvaardigd. Reeds vanaf december 2010 ontving werknemer geen loon meer. Het verweer van Delphi dat zij het salaris van werknemer mocht verrekenen met de schuld die hij ingevolge de in het verleden aan hem uitbetaalde voorschotten aan haar had, gaat niet op. Die schuld van werknemer aan Delphi rechtvaardigde immers in de eerste plaats niet dat zij het gehele salaris van werknemer over de maand december 2010 niet meer uitbetaalde. Het is een feit van algemene bekendheid dat een werknemer zijn salaris nodig heeft om in zijn levensonderhoud te voorzien. Werknemer komt derhalve gefixeerde schadevergoeding toe.
Ook komt werknemer vakantietoeslag (8% toe) op grond van artikel 17 WMM, en uitbetaling van niet-genoten vakantiedagen. De stelling van werkgever dat werknemer deze dagen ruimschoots heeft opgenomen is niet voldoende.