Naar boven ↑

Rechtspraak

werkneemster/werkgeefster
Rechtbank Zeeland-West-Brabant, 16 augustus 2013

werkneemster/werkgeefster

Langdurig arbeidsongeschikte verkoopmedewerkster stelt werkgeefster aansprakelijk voor (beweerd) bedrijfsongeval en vordert schadevergoeding wegens kennelijk onredelijk ontslag. Beslissing in kennelijk-onredelijkontslagprocedure wordt aangehouden, totdat in artikel 7:658 BW-procedure onherroepelijk is beslist

Werkneemster is in dienst als verkoopmedewerkster. Zij stelt dat ze op 11 april 2009 in het magazijn van werkgeefster is uitgegleden over groenteafval. Sedertdien is werkneemster arbeidsongeschikt. Aan werkneemster is met ingang van 30 december 2011 een WGA-uitkering toegekend. Na verkregen toestemming heeft werkgeefster de arbeidsovereenkomst opgezegd tegen 1 augustus 2012. Werkneemster heeft werkgeefster ex artikel 7:658 BW aansprakelijk gesteld voor de schade als gevolg van het door haar beweerde bedrijfsongeval. In de onderhavige procedure vordert werkneemster schadevergoeding wegens kennelijk onredelijk ontslag. Zij stelt dat zij in de uitoefening van haar werkzaamheden arbeidsongeschikt is geworden, haar dienstverband 15 jaar heeft geduurd, de re-integratie-inspanningen van werkgeefster aanvankelijk onvoldoende waren en zij als 35-jarige tot langdurige inactiviteit is veroordeeld en zij maandelijks een substantieel inkomensverlies lijdt. Voorts stelt zij onder verwijzing naar het arrest Pekaar/Arkema (AR 2009-0696) dat de onderhavige vordering naast een vordering op grond van artikel 7:658 BW kan worden ingesteld. Werkgeefster heeft een incidentele vordering tot schorsing van de kennelijk-onredelijkontslagprocedure ingesteld.

De kantonrechter oordeelt als volgt. Werkgeefster kan worden gevolgd in haar standpunt dat toekenning van de vordering tot schadevergoeding in de artikel 7:658 BW-procedure van invloed kan zijn op de beslissing of er in casu sprake is van een kennelijk onredelijk ontslag, reeds daarom, omdat de gevolgen voor werkneemster dan in ieder geval in financieel opzicht minder ingrijpend zijn. Bij de beoordeling of het ontslag kennelijk onredelijk is, spelen alle omstandigheden een rol, dus ook een eventuele toekenning van een schadevergoeding ex artikel 7:658 BW. Ook het standpunt van werkgeefster dat het in haar belang is – verzekeringstechnisch gezien – dat een veroordeling tot vergoeding van schade waarbij bij de hoogte van het toe te kennen bedrag de arbeidsongeschiktheid van werkneemster en de mate van verwijtbaarheid van werkgeefster daarin een rol spelen, plaatsvindt in de artikel 7:658 BW-procedure, is niet onbegrijpelijk. De vordering in het incident wordt toegewezen en de beslissing in de hoofdzaak wordt aangehouden totdat er in de artikel 7:658 BW-zaak onherroepelijk zal zijn beslist.