Naar boven ↑

Rechtspraak

Stichting Koraal Groep/werknemer
Hoge Raad, 6 september 2013
ECLI:NL:HR:2013:CA0566

Stichting Koraal Groep/werknemer

Opvolgend werkgever die per abuis vermeldt dat ook hij de kosten van juridische bijstand voor werknemer van vervreemder zal vergoeden, doet daarmee een toezegging

Werknemer was van 1 mei 2002 tot 1 januari 2008 als financieel directeur werkzaam voor Stichting Zwerfjongeren Limburg (hierna: SZL). Per 1 januari 2008 is werknemer met wederzijds goedvinden uit dienst getreden. In een niet gedateerde vaststellingsovereenkomst zijn in december 2007 afspraken over de beëindiging van de dienstbetrekking vastgelegd. Daarin is onder meer bepaald dat SZL de kosten voor juridische bijstand van werknemer zou vergoeden. Bij brief van 18 december 2007 heeft Koraal Groep de definitieve tekst van de vaststellingsovereenkomst aan werknemer toegezonden. Daarin bevestigt zij de afspraak inzake de vergoeding van kosten juridische bijstand door SZL dan wel Koraal Groep. Koraal Groep heeft vervolgens een aantal facturen vergoed. De nota van 30 juni 2009 ad € 29.388,99 is onbetaald gebleven. Koraal Groep stelt zich op het standpunt dat de vaststellingsovereenkomst enkel verplichtingen tussen werknemer en SZL in het leven roept en dat de brief van 18 december 2007 per abuis van de gedachte is uitgegaan dat sprake zou zijn van overgang van onderneming. Nu dat niet het geval is ontbreekt de rechtsgrond, aldus Koraal Groep. Voorts zouden de kosten bedoeld in die brief enkel zien op procedures in het kader van het einde van de arbeidsovereenkomst en niet (ook) kosten verbonden aan het strafrechtelijke onderzoek naar werknemer.

Het hof oordeelt als volgt. Zo al mag worden aangenomen dat in de vaststellingsovereenkomst onder punt 10 uitsluitend sprake is van een toezegging om de kosten te vergoeden van juridische bijstand verbonden aan de totstandkoming van deze overeenkomst en niet van de kosten van juridische bijstand in de strafzaak van werknemer, dan geldt naar het oordeel van het hof dat in de brief van 18 december 2007 afkomstig van de manager Sociale Zaken van Koraal Groep een onvoorwaardelijke toezegging is te lezen dat deze kosten zullen worden vergoed door SZL dan wel Koraal Groep. Het beroep van Koraal Groep op een ‘misverstand’ aan de zijde van Koraal Groep, zodat zij niet gebonden is te achten, is mede gelet op de woordkeus in deze brief onbegrijpelijk, zoal niet ongeloofwaardig. Het moge zo zijn dat de schrijver van de brief (een juriste die ook bij de totstandkoming van de vaststellingsovereenkomst was betrokken zoals bij pleidooi is gebleken) van de (volgens Koraal Groep) onjuiste veronderstelling is uitgegaan dat een bestuurlijke fusie tussen Koraal Groep enerzijds en SZL anderzijds tevens een overneming van SZL door Koraal Groep behelsde, duidelijk is ook dat dit ‘misverstand’ in de boezem van Koraal Groep in beginsel niet voor rekening en risico komt van werknemer. Een verschrijving is het zeker niet gelet ook op de redactie van de bij die brief tevens aangeboden vaststellingsovereenkomst, waarin diezelfde opvatting over de positie van Koraal Groep is neergelegd. Koraal Groep heeft ook geen feiten en omstandigheden aangevoerd die zouden kunnen rechtvaardigen dat werknemer geen beroep toekomt op deze toezegging en die daarom ingevolge artikel 3:35 BW Koraal Groep bindt.