Rechtspraak
Rechtbank Limburg (Locatie Roermond), 22 april 2013
ECLI:NL:RBLIM:2013:5264
Nationale Stichting tot Exploitatie van Casinospelen in Nederland/werknemer
Werknemer (52 jaar) is sinds 1987 in dienst van Holland Casino (hierna: HC). HC heeft eind 2008/2009 een reorganisatie doorgevoerd waarbij gekozen is voor een plattere aansturingstructuur. De functie van Tablemanager, welke functie werknemer toen vervulde, is vervallen en de nieuwe functie van Manager Tablegames is ingevoerd. Iedere Tablemanager diende te solliciteren naar de nieuwe functie van Manager Tablegames. Op basis van de selectiecriteria van HC is werknemer niet in aanmerking gekomen voor de functie van Manager Tablegames. Het door HC ingediende ontbindingsverzoek is afgewezen. Thans verzoekt HC opnieuw ontbinding wegens een ernstig verstoorde arbeidsrelatie.
De kantonrechter stelt voorop dat vooral uit het verhandelde ter terechtzitting is gebleken van een volstrekt verstoorde arbeidsverhouding tussen partijen. Na de beschikking van de kantonrechter van 9 december 2010 waarin het ontbindingsverzoek van HC is afgewezen, hebben de tegenstellingen zich alleen maar verdiept. Incidenten en gebeurtenissen werden op een dusdanige wijze ervaren en uitgelegd dat de kloof tussen HC en werknemer alleen maar groter werd. Door partijen zijn vele voorbeelden genoemd. Het voert te ver om in het kader van deze beschikking alle door partijen aangevoerde voorvallen aan een nadere beschouwing te onderwerpen. In ieder geval is bijzonder duidelijk geworden dat met voortzetting van het dienstverband geen enkel redelijk doel meer kan worden bereikt. De arbeidsovereenkomst wordt ontbonden.
Ten aanzien van de vergoeding wordt overwogen dat werknemer kan bogen op een dienstverband van meer dan 25 jaar. Naar aanleiding van een klacht van werknemer over het optreden van zijn leidinggevende, heeft de klachtencommissie seksuele intimidatie en andere ongewenste omgangsvormen op het werk een onderzoek ingesteld en op 25 oktober 2012 een advies uitgebracht. De commissie concludeert dat uit de overgelegde stukken onomstotelijk blijkt dat na december 2010 continu op werknemer is gelet en dat hij aldus in een geïsoleerde positie is komen te verkeren waardoor er een soort loopgravenoorlog tussen hem en de leiding van HC Venlo is ontstaan. De commissie meent verder dat er sprake is van verschillende vormen van pesten/mobbing die de conclusie billijken dat er sprake is van stelselmatig pesten van werknemer. Uit het voorgaande, en vooral ook uit de aan de conclusies van de commissie ten grondslag gelegde verklaringen, concludeert de kantonrechter dat HC wel degelijk een verwijt valt te maken van de ontstane situatie. Bepaald niet valt vol te houden dat werknemer na zijn terugkomst in december 2010 een eerlijke kans heeft gekregen om zich te bewijzen in de nieuwe functie. Er wordt een vergoeding met C=2,5 (€ 352.500 bruto) toegekend.