Rechtspraak
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 3 september 2013
ECLI:NL:GHARL:2013:6681
werknemer/PostNL Productie B.V.
Werknemer (geboren 1948) is sinds 15 augustus 1990 in dienst van PostNL voor 37 uur per week. Totdat hij tijdens het bezorgen van post op de fiets door een auto werd aangereden op 2 november 2006, werkte hij als postbode. De bedrijfsarts heeft op 25 oktober 2007 gerapporteerd dat werknemer voor 100% arbeidsgeschikt is voor passend werk met ingang van 29 oktober 2007. Op 10 december 2008 heeft PostNL werknemer bericht dat met ingang van die datum hij nog maar salaris voor 21 uur uitbetaald krijgt en dat hij voor de overige uren een werkloosheidsuitkering kan aanvragen. PostNL doet dit omdat werknemer voor niet meer uren passend werk kan verrichten binnen PostNL. Werknemer vordert doorbetaling van 37 uur van zijn loon.
Het hof oordeelt als volgt. Het wettelijk stelsel brengt mee dat, indien de werknemer als gevolg van de re-integratie andere (passende) werkzaamheden is gaan verrichten, zonder dat de passende arbeid de bedongen arbeid is geworden, en hij na afloop van de periode van 104 weken opnieuw door ziekte uitvalt, de werkgever niet gehouden is (wederom) diens loon door te betalen. Ook artikel 6:248 BW lid 1 brengt dat niet mee, omdat dan de samenhang en het evenwicht tussen de bedoelde verplichtingen van de werkgever verstoord zouden worden. Nu partijen geen nieuwe arbeidsovereenkomst hebben gesloten en evenmin sprake is van stilzwijgende instemming met een nieuwe overeenkomst, is de passende arbeid niet de nieuw bedongen arbeid geworden. Zodoende blijft over de stelling van werknemer dat werkgever onvoldoende re-integratie-inspanningen zou hebben verricht. Daarvoor dient een werknemer op grond van artikel 7:658b BW een deskundigenoordeel aan te vragen op straffe van afwijzing van zijn vordering. Onder passende arbeid begrijpt het hof in dit verband enerzijds dat die werkzaamheden op de krachten en bekwaamheden van werknemer zijn berekend en anderzijds dat die arbeid door een gemiddelde werknemer in 21 uur per week kan worden verricht. Het is niet zo dat de werknemer zelf kan bepalen hoe lang hij over passende arbeid mag doen. Indien een werkgever 10 uur passende arbeid per week beschikbaar heeft, kan de werknemer niet verlangen daarover 40 uur per week te mogen doen en kan hij evenmin met succes aanspraak maken op uitbetaling van 40 uur tegen de normale loonwaarde. PostNL moet vooralsnog geacht worden met het beschikbaar stellen van 21 uur passende arbeid en dienovereenkomstig doorbetalen van loon aan haar re-integratieverplichtingen te hebben voldaan. Ook in die periodes waarin PostNL niet fysiek heeft belet dat werknemer feitelijk meer dan 21 uur heeft gedaan over zijn passende arbeid, kan werknemer alsdan geen aanspraak maken op betaling van loon over meer dan 21 uur per week.