Rechtspraak
Rechtbank Rotterdam (Locatie Rotterdam), 20 september 2013
ECLI:NL:RBROT:2013:7287
werknemer/werkgeefster
Werknemer is sinds 2003 in dienst als beveiligingsmedewerker. Sinds 2003 is hij werkzaam als objectbeveiliger bij het Centraal Orgaan opvang Asielzoekers (hierna: COA). Hij is op 1 maart 2009 arbeidsongeschikt geworden. Werknemer is begonnen met re-integratie in zijn eigen functie, rekening houdend met de beperkingen dat hij geen nachtdiensten mag draaien en evenmin solitair mag werken. Aan werkgeefster is op 21 januari 2011 een loonsanctie opgelegd. De re-integratie-inspanningen van werkgeefster zijn als onvoldoende beoordeeld, omdat werkgeefster onvoldoende eerstespooronderzoek heeft verricht waaruit blijkt of werknemer herplaatst zou kunnen worden in eigen werkzaamheden zonder nachtdiensten en niet solitair. Vanaf 18 juli 2011 hervat werknemer volledig zijn werk, zonder nachtdiensten, en wordt voor 100% ingeroosterd op het object COA. Op 20 april 2012 is werknemer overgeplaatst in de functie winkelsurveillant, omdat collega’s bij COA onevenredig worden belast doordat zij meer nachtdiensten moeten draaien. Op 22 april 2012 heeft werknemer zich ziek gemeld. Werkgeefster heeft vanaf die datum geen loon betaald. Centrale vraag is of de passende arbeid bij COA (beveiliger zonder nachtdiensten) de bedongen arbeid is geworden, waardoor een nieuwe loondoorbetalingsverplichting is ontstaan.
De kantonrechter oordeelt als volgt. Werknemer is vanaf oktober 2009 gaan re-integreren in zijn eigen functie, rekening houdend met de beperkingen (geen nachtdiensten en geen solitaire diensten). In de loop der tijd is het aantal uren dat werknemer per week werkte uitgebreid en vanaf 22 september 2010 kon hij volgens de bedrijfsarts zijn werkzaamheden, met beperkingen, volledig hervatten. Op uitdrukkelijk verzoek van de gemachtigde heeft werkgeefster bij brief van 9 maart 2012 laten weten dat werknemer per 19 maart 2012 voor 100% arbeidsgeschikt gemeld zal worden en dat de spoor twee-activiteiten per die datum zullen worden beëindigd. Afgesproken wordt dat werknemer structureel zal worden ingeroosterd voor al zijn contracturen op het object COA Alkmaar. Gelet op deze omstandigheden, in onderlinge samenhang bezien, is de kantonrechter van oordeel dat indien met de brief van 9 maart 2012 door werkgeefster al geen nieuwe arbeidsovereenkomst is beoogd, werknemer er vanaf die datum in ieder geval op mocht vertrouwen dat het – aangepaste – werk zoals werknemer dat bij COA Alkmaar al gedurende geruime tijd verrichtte de bedongen arbeid was geworden. Weliswaar heeft werkgeefster in haar brief van 9 maart 2012 als voorwaarden gesteld dat de indeling van werknemer er niet toe mag leiden dat de overige teamleden onevenredig worden belast omdat zij meer nachtdiensten moeten draaien en voorts de indeling kan voortduren zolang de herplaatsing uit bedrijfsoogpunt wenselijk worden geacht, maar deze voorwaarden staan er niet aan in de weg dat de aangepaste arbeid de bedongen arbeid kon worden. Werknemer had niet zonder meer in de functie winkelsurveillant overgeplaatst mogen worden. Nu de arbeidsovereenkomst per 1 mei 2013 is ontbonden, wordt de loonvordering tot deze datum toegewezen.