werknemer/kantonrechter

Werknemer is in dienst geweest van Stichting Pluryn. De arbeidsovereenkomst is door de kantonrechter ontbonden. Werknemer heeft een herzieningsverzoek ingediend. Thans wraakt werknemer de kantonrechter die de ontbindingsbeschikking heeft gewezen. Uit uitspraken van de rechter heeft werknemer de indruk gekregen dat de rechter vooringenomen is en hiermee de aangedragen en aangetoonde rechterlijke fouten niet zal erkennen. Daarbij komt dat de rechter voorafgaand aan de zitting geen duidelijkheid heeft gegeven over de hem gegunde spreektijd en ook ter zitting is werknemer verkeerde informatie en uitleg gegeven over de verzochte langere spreektijd. Voorts heeft de rechter nevenbetrekkingen bij de organisatie X waarmee Stichting Pluryn op strategisch niveau een samenwerkingsverband onderhoudt. Hierdoor kan een belangenverstrengeling tot stand komen.

De rechtbank oordeelt als volgt. Het stellen van vragen aan partijen maakt niet dat sprake is van schijn van partijdigheid. Het enkele feit dat werknemer voorafgaand aan de zitting niet op de hoogte was hoeveel spreektijd hem gegund zou worden, maakt niet dat sprake is van een objectieve vrees voor vooringenomenheid. Anders dan werknemer stelt, is het verkorte proces-verbaal deugdelijk opgemaakt. Als gevolg van de wraking door werknemer kon de rechter geen verdere handelingen in zijn zaak meer verrichten totdat over de wraking zou zijn beslist. Dit betekent dat een uitgewerkt proces-verbaal, dat door de rechter moet worden vastgesteld en getekend, niet kon worden opgemaakt en dat is volstaan met het aan werknemer toezenden van de zittingsaantekeningen van de griffier. Met betrekking tot de nevenbetrekking van de rechter binnen de klachtencommissie bij X wordt overwogen dat deze geen betrekking heeft op medewerkers van Stichting Pluryn, zodat van conflicterende belangen geen sprake is. Dit is niet anders door het bestaan van een samenwerkingsverband op strategisch niveau tussen X en Stichting Pluryn. Het enkele lidmaatschap van de klachtencommissie bij X, waarbij gelet op de taak van deze commissie al een grote mate van onafhankelijkheid van het bestuur van deze organisatie mag worden verondersteld, betekent niet dat de rechter ook maar op enige wijze betrokken zou zijn bij de samenwerking op strategisch niveau tussen beide organisaties. Volgt afwijzing van het wrakingsverzoek.