Randstad Professionals B.V./X

Tussen X en Randstad is een overeenkomst tot stand gekomen op grond waarvan X met ingang van 23 januari 2012 werkzaamheden heeft verricht bij de gemeente. De gemeente heeft de overeenkomst met Randstand per 16 februari 2012 opgezegd, vanwege ontevredenheid over het werk van X. Randstad heeft vervolgens de overeenkomst met X per 23 februari 2012 opgezegd. Bij dagvaarding van 27 november 2012 heeft X gevorderd om Randstad te veroordelen tot betaling van de door hem ingediende facturen van 1 februari 2012 en 28 februari 2012. Bij verstekvonnis van 3 januari 2013 heeft de kantonrechter Randstad veroordeeld tot betaling van een bedrag van € 44.682,94, vermeerderd met rente en kosten. Van dit vonnis komt Randstad thans in verzet. Randstad stelt dat tussen partijen een overeenkomst van opdracht is overeengekomen en geen arbeidsovereenkomst. De kantonrechter is derhalve niet bevoegd is van het geschil kennis te nemen.

De kantonrechter oordeelt als volgt. Gelet op de korte periode waarin X werkzaamheden heeft verricht kan niet worden vastgesteld dat partijen een zodanige invulling hebben gegeven aan hun rechtsverhouding dat deze – in afwijking van hetgeen partijen bij aanvang hebben beoogd – moet worden gekwalificeerd als een arbeidsovereenkomst. X heeft ook geen feiten of omstandigheden gesteld waaruit dit laatste kan worden afgeleid. Bovendien wijzen de omstandigheden dat X in het bezit is van een VAR-Wuo verklaring, hij in het handelsregister van de Kamer van Koophandel is ingeschreven, een btw-nummer gebruikt en een eigen tarief hanteert erop dat partijen uitvoering hebben gegeven aan een overeenkomst van opdracht. Daar komt bij dat X niet heeft gesteld dat tussen hem en Randstad een gezagsverhouding bestaat. Dit brengt mee dat de tussen partijen bestaande rechtsverhouding moet worden gekwalificeerd als overeenkomst van opdracht. De kantonrechter is op grond van artikel 93 Rv in absolute zin onbevoegd om van dit geschil kennis te nemen. Op grond van artikel 71 Rv wordt de zaak verwezen naar de civiele rechter van de afdeling privaatrecht van deze rechtbank, locatie Groningen.