Naar boven ↑

Rechtspraak

Media Participatie B.V./werkneemster
Rechtbank Zeeland-West-Brabant (Locatie Breda), 28 oktober 2013
ECLI:NL:RBZWB:2013:7901

Media Participatie B.V./werkneemster

Ontbinding arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd. Verstoorde arbeidsrelatie is volledig aan werkgever te wijten. Vergoeding ter hoogte van het loon dat werkneemster over de resterende periode van de arbeidsovereenkomst zou hebben ontvangen

Werkneemster is met ingang van 4 juni 2013 voor de duur van drie maanden in dienst getreden bij Media Participatie in de functie van marketingassistent. Gedurende deze periode is werkneemster van 30 juli 2013 tot 12 augustus 2013 wegens ziekte afwezig geweest. Op 3 september 2013 is de arbeidsovereenkomst verlengd tot 4 maart 2014. De mogelijkheid van tussentijdse opzegging is niet overeengekomen. Van 4 tot 13 september 2013 is werkneemster wegens ziekte afwezig geweest. Op 16 september 2013 is werkneemster gesommeerd op het werk te verschijnen. Op 18 en 19 september 2013 heeft werkneemster zich op het werk gemeld. Media Participatie heeft haar niet toegelaten. Van 23 september tot 4 oktober 2013 was werkneemster afwezig wegens vakantie. Op 7 oktober 2013 heeft werkneemster zich ziek gemeld. Thans verzoekt Media Participatie ontbinding van de arbeidsovereenkomst. Media Participatie voert aan dat primair sprake is van dringende redenen, gelegen in oncontroleerbaar en ongeoorloofd ziekteverzuim en in herhaalde werkweigering.

De kantonrechter oordeelt als volgt. Niet is komen vast te staan dat werkneemster tussen 4 en 13 september 2013 niet heeft gereageerd op oproepen van Media Participatie danwel dat zij voorschriften van Media Participatie heeft geschonden. Werkneemster kan ten aanzien van deze ziektegeschiedenis dan ook geen verwijt worden gemaakt. Of zulks ten aanzien van de eerdere ziektegeschiedenis (van 30 juli 2013 tot 12 augustus 2013) ook het geval is, dient onbesproken te blijven nu Media Participatie de arbeidsovereenkomst met zes maanden heeft verlengd en die ziektegeschiedenis in elk geval geen reden is geweest om de arbeidsovereenkomst niet te verlengen. Werkneemster is op 13 september 2013 geconfronteerd met verwijten ten aanzien van de tweede ziektegeschiedenis die Media Participatie in deze procedure niet heeft kunnen onderbouwen. Er is geen enkele basis om de arbeidsovereenkomst voort te zetten, zodat de arbeidsovereenkomst wordt ontbonden. Nu Media Participatie het initiatief heeft genomen om de arbeidsovereenkomst te beëindigen en de verstoorde arbeidsrelatie volledig aan Media Participatie te wijten is, wordt een vergoeding van € 7.642,74 bruto (het loon van € 1.950,00 bruto per maand van 16 november 2013 tot 4 maart 2014 te vermeerderen met 8% vakantietoeslag) toegekend.