Rechtspraak
Rechtbank Midden-Nederland (Locatie Utrecht), 4 november 2013
ECLI:NL:RBMNE:2013:5695
V&D B.V./werkneemster
Werkneemster is vanaf 4 maart 2011 tot 26 juli 2011 werkzaam geweest als verkoopster bij V&D te Utrecht. Zij was in die periode 16 jaar oud. V&D heeft vastgesteld dat werkneemster goederen heeft verduisterd. In een gesprek met de bedrijfsrechercheur en de bedrijfsleider is werkneemster hiermee geconfronteerd. Zij heeft bekend dat zij ten minste 150 kledingstukken aan kennissen heeft meegegeven. Werkneemster heeft een schuldbekentenis ondertekend, waarin staat opgenomen dat zij het schadebedrag van € 11.750 zal terugbetalen. Werkneemster is op staande voet ontslagen en door de kinderrechter veroordeeld tot een werkstraf. Werkneemster betwist thans dat zij een bedrag van € 11.750 verschuldigd is. Zij voert aan dat geen sprake was van wilsovereenstemming.
De kantonrechter oordeelt als volgt. V&D heeft onvoldoende onderbouwd dat zij zich er zorgvuldig van heeft vergewist dat de wil van werkneemster daadwerkelijk was gericht op het aangaan van een betalingsverplichting voor een bedrag van € 11.750. Dat had V&D als goed werkgever wel moeten doen. Werkneemster heeft dan ook terecht aangevoerd dat V&D haar niet aan de door haar ondertekende schuldbekentenis kan houden. Van belang is dat V&D werkneemster niet tevoren heeft gewaarschuwd dat het gesprek op 14 juli 2011 zou gaan plaatsvinden en niet ingelicht over het onderwerp van gesprek. In het algemeen geldt al dat een werkgever een overwichtpositie heeft ten opzichte van een werknemer. Daarvan was in dit geval in het bijzonder sprake omdat werkneemster minderjarig en onervaren was, en in het gesprek alleen stond tegenover twee volwassen mensen, die hiërarchisch haar meerderen waren. Bovendien bevond werkneemster zich – weliswaar door eigen toedoen – in het gesprek in een benarde positie omdat zij werd geconfronteerd met het feit dat de door haar gepleegde verduistering was ontdekt. V&D heeft niettemin op ondertekening aangedrongen, terwijl hetgeen zij wist of had moeten begrijpen haar daarvan had behoren te weerhouden.
Echter, vaststaat dat werkneemster goederen heeft verduisterd en dat V&D hierdoor schade heeft geleden. Deze schade is niet exact vast te stellen en moet worden begroot. Op grond van beelden van de bewakingscamera’s is aannemelijk dat werkneemster 150 kledingstukken aan kennissen heeft meegegeven. In de schuldbekentenis staat dat de kleding een gemiddelde waarde heeft van € 75 per stuk. Dit komt de kantonrechter erg hoog voor. De gemiddelde waarde van de kledingstukken wordt geschat op € 30 per stuk. Werkneemster wordt veroordeeld tot betaling van in totaal € 5.000.