Naar boven ↑

Rechtspraak

werkgeefster/werknemer
Rechtbank Overijssel (Locatie Enschede), 19 december 2013
ECLI:NL:RBOVE:2013:3374

werkgeefster/werknemer

Dat werknemer na het krijgen van een vaste aanstelling geheel anders is gaan werken is niet komen vast te staan. Dat werknemer niet de drive heeft waar werkgeefster op zit te wachten is een oncontroleerbare uiting van ongenoegen. Afwijzing ontbindingsverzoek

Werknemer is op 1 juni 2012 voor onbepaalde tijd in dienst getreden van werkgeefster. In de periode daarvoor heeft hij op detacheringsbasis als lasser bij werkgeefster gewerkt. Werkgeefster verzoekt ontbinding van de arbeidsovereenkomst. Volgens werkgeefster heeft werknemer nadat hij een vaste aanstelling heeft gekregen, plotsklaps een geheel andere houding ten aanzien van de uit te voeren werkzaamheden aan de dag heeft gelegd dan voordien. Dit uitte zich onder meer in het geregeld te laat verschijnen op de werkvloer, het bellen en sms’en tijdens werk, het veelvuldig voor langere tijd verlaten van zijn werkplek, het veelvuldig ziek melden en het onbereikbaar zijn tijdens ziekte.

De kantonrechter oordeelt als volgt. De door werkgeefster genoemde bezwaren tegen werknemer zijn onvoldoende gebleken. De direct leidinggevende van werknemer heeft ter terechtzitting verklaard dat het veelvuldig te laat komen dateert van voor oktober 2012 en dat hij daarna niet heeft gemerkt dat werknemer te laat op zijn werk is verschenen. Het thans opnoemen van die ‘klacht’ komt ten minste niet sympathiek over. Dit plaatst de overige gronden ook in een negatief daglicht, temeer nu werknemer met klem ontkent dat deze gronden zich hebben voorgedaan. Dit alles speelde immers volgens zijn zeggen in een periode dat het minder goed met hem ging, doch die periode is al meer dan een jaar geleden geëindigd. Wat er dan van het verzoekschrift overblijft, is de algemene klacht dat werknemer niet de ‘drive’ heeft waar werkgeefster op zit te wachten. Hij heeft niet het vuur voor de onderneming en denkt niet mee bij de uitvoering van de werkzaamheden. Dergelijke oncontroleerbare uitingen van ongenoegen van werkgevers zijn zo ongrijpbaar dat deze, om te kunnen slagen, ten minste goed onderbouwd moeten zijn met feiten en/of controleerbare gesprekverslagen, maar daarvan blijkt evenmin voldoende. Volgt afwijzing van het ontbindingsverzoek.