Rechtspraak
Rechtbank Amsterdam (Locatie Amsterdam), 23 januari 2014
ECLI:NL:RBAMS:2014:287
werknemer/The Albus B.V.
Werknemer (62 jaar) is sinds 2002 in dienst van (een rechtsvoorganger van) The Albus, een viersterrenhotel. Hij is werkzaam als nachtmedewerker. Werknemer is op staande voet ontslagen omdat hij diverse keren heeft geweigerd de tafels voor het ontbijt te dekken. The Albus heeft zich, gelet op de geleden verliezen, genoodzaakt gezien werknemer in te zetten voor het dekken van de tafels voor het ontbijt. Uit de functieomschrijving nachtmedewerker volgt dat de werkzaamheden tot de functie van werknemer behoren. Met werknemer is drie keer uitgebreid gesproken over de werkzaamheden. Werknemer heeft aangegeven de werkzaamheden alleen te willen uitvoeren indien daar een extra vergoeding tegenover stond. Daarin is The Albus niet meegegaan. The Albus heeft werknemer voorgehouden dat bij werkweigering ontslag op staande voet zou volgen. Werknemer betwist de dringende reden en stelt dat hij nooit tafels voor het ontbijt hoefde te dekken. Hij beroept zich op de vernietigbaarheid van het ontslag op staande voet.
De kantonrechter oordeelt als volgt. De tekst in het Handboek is duidelijk over uit te voeren taken behorende bij de functie van werknemer, waaronder het (zo nodig) klaarmaken en serveren van het ontbijt. Klaarmaken van het ontbijt en het vervolgens serveren ervan impliceert dat daarvoor de tafels gedekt moeten zijn. Werknemer heeft ondanks meerdere gesprekken niet kunnen of willen inzien dat het redelijk was de hem opgedragen werkzaamheden, bestaande uit het dekken van de tafels voor het ontbijt, waarmee, zo is niet weersproken, ongeveer vijftien minuten gemoeid is, uit te voeren. Anderzijds heeft werknemer de betreffende werkzaamheden elf jaar lang niet hoeven te verrichten en werd hij misschien overvallen door de opdracht van zijn werkgever. The Albus heeft werknemer echter na het eerste gesprek de tijd gegeven alsnog akkoord te gaan met de hem gegeven opdracht, zodat werknemer heeft kunnen wennen aan het idee dat hij tijdens de nachtdienst (ook) werkzaamheden voor het ontbijt diende uit te voeren. Ook toen heeft werknemer niet ingestemd met de hem gegeven taak tot het dekken van het ontbijt. Dat werknemer onmogelijk vijftien minuten tijdens zijn dienst kan vrijmaken om de werkzaamheden uit te voeren wordt voorshands niet aannemelijk geacht. Daarbij weegt mee dat werknemer (uiteindelijk) heeft gezegd de werkzaamheden wel te willen uitvoeren wanneer daar een extra vergoeding tegenover stond. Het is op voorhand onvoldoende aannemelijk geworden dat het ontslag op staande voet in een bodemprocedure geen stand zou houden. Volgt afwijzing van de vordering.