Naar boven ↑

Rechtspraak

Koopmans Bouw B.V./werknemer
Rechtbank Overijssel (Locatie Enschede), 22 januari 2014
ECLI:NL:RBOVE:2014:396

Koopmans Bouw B.V./werknemer

Ontbinding arbeidsovereenkomst OR-lid wegens bedrijfseconomische redenen. Werknemer heeft als OR-lid ingestemd met sociaal plan. Kantonrechter wijkt desondanks af van sociaal plan en kent een vergoeding toe met C=1, omdat het sociaal plan niet is overeengekomen met representatieve vakorganisaties.

Werknemer is sinds 2009 als medewerker financiële rapportage in dienst van Koopmans, een aannemingsbedrijf. Werknemer is lid van de ondernemingsraad (hierna: OR). In verband met een reorganisatie is een sociaal plan opgesteld. Werknemer is boventallig verklaard. In het sociaal plan is bepaald dat indien een boventallige werknemer van 59 jaar of jonger binnen tien dagen na het aanzeggesprek en de mededeling van boventalligheid meewerkt en instemt met een beëindigingsovereenkomst, aanspraak wordt gemaakt op een vergoeding met C=0,5 dan wel 1,5 (voor werknemers van 45 tot 55 jaar). De OR heeft met het sociaal plan ingestemd. Koopmans verzoekt de arbeidsovereenkomst wegens bedrijfseconomische redenen te ontbinden. Het UWV heeft toestemming verleend voor opzegging van de arbeidsovereenkomst van werknemer, maar vanwege het lidmaatschap van de OR kan hiervan geen gebruik worden gemaakt. Gesteld wordt dat er geen aanleiding is werknemer een vergoeding toe te kennen. Hij heeft er welbewust voor gekozen niet mee te werken met een beëindigingsovereenkomst en het desalniettemin toekennen van een vergoeding zou hem bevoordelen boven de vele werknemers die wel hebben ingestemd met een dergelijke overeenkomst.

De kantonrechter oordeelt als volgt. Hoewel de onderbouwing van de noodzaak tot reorganisatie mager is (er zijn geen jaarstukken overgelegd), spreken de omzetdalingen die de afgelopen jaren hebben voortgeduurd boekdelen. Anders dan werknemer stelt, is zijn functie niet uitwisselbaar. Werknemer onderschrijft dat het ontbindingsverzoek geen verband houdt met zijn OR-lidmaatschap. De arbeidsovereenkomst wordt derhalve ontbonden. In het sociaal plan is vermeld dat in het geval het tot een kantonrechtersprocedure komt, de kantonrechter de hoogte van de beëindigingsvergoeding en de ontslagdatum bepaalt. Een vergoeding conform het sociaal plan ligt niet in de rede, omdat niet is voldaan aan Aanbeveling 3.7. Het sociaal pan is namelijk niet overeengekomen met representatieve vakorganisaties. Koopmans heeft nagelaten inzicht te geven in haar vermogenspositie en daarom zal werknemer een vergoeding worden toegekend met C=1 (€ 25.264,88 bruto). Werknemer kan de veranderingen van de omstandigheden niet worden verweten, terwijl deze wel geheel liggen in het ondernemersrisico van Koopmans.