Naar boven ↑

Rechtspraak

werknemer/werkgever
Rechtbank Zeeland-West-Brabant (Locatie Tilburg), 12 februari 2014
ECLI:NL:RBZWB:2014:1168

werknemer/werkgever

Ontslag 36-jarige stoffeerder na dienstverband van veertien jaar kennelijk onredelijk op grond van gevolgencriterium. Aanvulling WW-uitkering voor periode van vier maanden.

Werknemer (36 jaar) is sinds 1999 in dienst als stoffeerder. Na verkregen toestemming is de arbeidsovereenkomst wegens bedrijfseconomische redenen opgezegd. Werknemer stelt dat de opzegging kennelijk onredelijk is en vordert primair herstel van de arbeidsovereenkomst ex artikel 7:682 BW.

De kantonrechter oordeelt als volgt. Anders dan werkgever stelt, is niet gebleken dat een collega van werknemer een unieke functie verrichte. Indien deze collega echter wel in de afspiegeling zou zijn meegenomen, moet met het UWV worden vastgesteld dat werknemer dan nog steeds voor ontslag in aanmerking zou zijn gekomen. De slechte bedrijfseconomische positie is voldoende door werkgever aannemelijk gemaakt, zodat van een valse of voorgewende reden geen sprake is. Gelet op de duur van het dienstverband, het feit dat niet gebleken is van slecht functioneren van werknemer, de inkomensschade van werknemer en het feit dat de ontslaggrond geheel in de risicosfeer van werkgever ligt, is dit ontslag, zonder getroffen voorzieningen om het ontslag enigszins te verzachten, kennelijk onredelijk. Daarbij is meegewogen dat werkgever de functie van de collega ten onrechte als een unieke functie heeft aangemerkt. Werknemer is hierdoor weliswaar niet benadeeld, maar dit neemt niet weg dat de kantonrechter zich het ongenoegen bij werknemer goed kan voorstellen nu de collega als gevolg van deze onjuiste handeling van werkgever nog wel werkzaam is voor werkgever en werknemer, met een langer dienstverband dan zijn collega, niet. Er is onvoldoende aanleiding om over te gaan tot herstel van de arbeidsovereenkomst, omdat werknemer bij een juiste toepassing van de ontslagregels door werkgever sowieso voor ontslag in aanmerking zou zijn gekomen. Aan werknemer wordt een schadevergoeding toegekend van € 3.023 bruto: een bedrag dat werknemer, in aanvulling op de WW-uitkering, in staat stelt om gedurende een redelijke periode van vier maanden zonder teruggang in inkomen uit te kijken naar een andere functie.