werknemer/Stichting Inovum

Werknemer is in dienst geweest van Inovum, een zorgorganisatie. Zijn arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd is niet verlengd. Tijdens het dienstverband hebben zich een aantal incidenten voorgedaan met bewoners tijdens nachtdiensten. Werknemer is via een uitzendbureau elders gaan werken. Nadat de inlener via werknemers geruchten heeft gehoord dat werknemer op staande voet is ontslagen bij Inovum, heeft de inlener aan het uitzendbureau te kennen gegeven dat werknemer niet meer welkom was. Werknemer stelt dat Inovum en zijn voormalig leidinggevende X onrechtmatig jegens hem hebben gehandeld door het verstrekken van onjuiste informatie aan de inlener.

De rechtbank oordeelt als volgt. Werknemer heeft geen (begin van) bewijs aangebracht van zijn stelling dat namens Inovum of door X de gewraakte mededelingen zijn gedaan. Uit een door werknemer overgelegd geschrift blijkt slechts dat werknemers van de inlener geruchten hebben gehoord over een ontslag op staande voet. Over de wijze waarop die geruchten ter kennis van deze medewerkers zijn gekomen heeft werknemer niets gesteld. Uit de verklaringen en het geschrift kan niet worden afgeleid dat namens Inovum of door X enige inhoudelijke mededeling is gedaan aan de inlener over de wijze van het ontslag en de reden daartoe. Volgt afwijzing van de vordering.