werknemer/Taxi- en Touringcarcentrale Noord Oost Friesland

Werknemer is op 15 maart 2007 in dienst getreden bij Taxi NOF in de functie van buschauffeur voor het rijden van de busdiensten voor Connexxion. Connexxion heeft de inhuurovereenkomst met Taxi NOF beëindigd en de nieuwe concessie aan Arriva gegund. In verband met de beëindiging van het contract met Connexxion heeft Taxi NOF de arbeidsovereenkomst van werknemer, na verkregen toestemming van het UWV, opgezegd. Werknemer stelt dat de opzegging kennelijk onredelijk is op grond van het gevolgencriterium en vordert schadevergoeding. Hij voert daartoe onder meer aan dat hij ruim 5,5 jaar naar volle tevredenheid van Taxi NOF heeft gefunctioneerd. Hij is thans 61,5 jaar oud en zal vanwege zijn leeftijd, zijn eenzijdige werkervaring en de slechte arbeidsmarkt niet snel een nieuwe dienstbetrekking kunnen aanvaarden. Taxi NOF heeft geen financiële voorziening getroffen en geen herplaatsingsinspanningen verricht.

De kantonrechter oordeelt als volgt. Het belang van Taxi NOF bij beëindiging van de arbeidsovereenkomst met werknemer is evident: na beëindiging van de overeenkomst tussen Connexxion en Taxi NOF in verband met het eindigen van de vervoersconcessie van Connexxion is de functie van werknemer als buschauffeur vervallen. Genoegzaam is gebleken dat binnen de onderneming van Taxi NOF geen andere (passende) werkzaamheden voor werknemer voorhanden waren. Dat de arbeidsmarktpositie van werknemer verre van rooskleurig is, is niet betwist. Gevolg daarvan is dat werknemer aangewezen is op een WW-uitkering, waardoor er sprake is van een inkomensteruggang. Overige bijzondere omstandigheden op grond waarvan van Taxi NOF als goed werkgever gevergd had kunnen worden maatregelen ten behoeve van werknemer te treffen, zijn niet gesteld of gebleken. Er is sprake van een relatief kort dienstverband van nog geen zes jaar. Taxi NOF heeft weliswaar – behalve de contacten met Arriva – geen nadere concrete acties ondernomen om een andere (passende) functie voor werknemer te vinden, maar dat kan niet als slecht werkgeverschap worden aangemerkt. Voor de functie van buschauffeur zijn partijen immers aangewezen op de regionale busvervoerder in Friesland. Dat werknemer nog heeft aangevoerd dat hij geen scholing heeft gehad, is niet van doorslaggevend belang, nu niet is gesteld of gebleken dat werknemer gedurende het dienstverband om die scholing heeft verzocht, terwijl evenmin is gesteld of gebleken dat zijn kansen op de arbeidsmarkt daardoor zouden zijn verbeterd. Volgt afwijzing van de vordering.