Rechtspraak
Rechtbank Noord-Holland (Locatie Alkmaar), 29 oktober 2013
ECLI:NL:RBNHO:2013:10109
werknemer/werkgever
Werknemer is sinds 2007 in dienst als woonbegeleider. Werknemer is belast met de zorg voor en begeleiding van cliënten/bewoners met een relatief zware verstandelijke beperking. Op 24 september 2013 is de direct leidinggevende van werknemer benaderd door directe collega’s van werknemer inzake vermeend grensoverschrijdend gedrag van werknemer tegenover verschillende bewoners die aan zijn zorg waren toevertrouwd. Werknemer is op 1 oktober 2013 op staande voet ontslagen. Werknemer stelt dat het ontslag nietig is.
De kantonrechter oordeelt als volgt. Niet in geschil is dat de bewonersgroep die aan de zorg van werknemer was toevertrouwd, zich kenmerkt door verschillende vormen van ‘extreme gedragsproblematiek’. Evenmin is in geschil dat fysiek ingrijpen niet altijd is te vermijden, waarmee overigens niet is gezegd dat elk fysiek ingrijpen door de beugel kan. Per specifiek geval dient te worden onderzocht in hoeverre het handelen van werknemer onder de gegeven omstandigheden (nog) als passend kan worden beschouwd en, zo neen, welke consequenties hieraan voor werknemer zijn verbonden. Dat bij dit onderzoek hoor en wederhoor moet worden toegepast en werknemer de gelegenheid moet krijgen om zich tegen de beschuldigingen deugdelijk te verweren, staat niet ter discussie. In onvoldoende mate kan worden vastgesteld dat hoor en wederhoor op 24 september 2013 en 1 oktober op een juiste wijze is toegepast. Voor een nader feitenonderzoek leent de onderhavige procedure zich niet. De loonvordering wordt toegewezen. Gezien de beschuldigingen en de onrust die terugkeer van werknemer kan veroorzaken bij collega’s en bewoners/cliënten, kan thans niet worden gevergd dat werknemer tot het werk wordt toegelaten, ook niet op een andere locatie. Immers, zoals ter zitting door beide partijen is aangegeven, is er sprake van een vertrouwensbreuk. Eerst zullen de (voorlopige) uitkomsten van het onderzoek moeten worden afgewacht, waarna partijen in overleg zullen treden. De gevorderde wedertewerkstelling wordt derhalve afgewezen.