Rechtspraak
Rechtbank Amsterdam (Locatie Amsterdam), 13 februari 2014
ECLI:NL:RBAMS:2014:3887
werknemer/Cition B.V.
Werknemer is in dienst van CapitalP (een payrollonderneming) en verricht werkzaamheden voor Cition. Vanaf 1 oktober 2013 heeft werknemer geen werkzaamheden meer verricht. CapitalP heeft laten weten dat Cition de opdracht heeft beëindigd en er geen andere opdracht voor werknemer beschikbaar is. Een beëindigingsvoorstel heeft werknemer niet geaccepteerd. Werknemer vordert wedertewerkstelling bij Cition. Hij stelt daartoe dat er sprake is van een arbeidsovereenkomst tussen hem en Cition, omdat in de rechtsverhouding met CapitalP niet is voldaan aan de eisen van werkgeversgezag, persoonlijke arbeid en loon, terwijl Cition feitelijk optreedt als werkgever. Voorts vervult CapitalP ook geen allocatiefunctie op de arbeidsmarkt, hij heeft bij de rechtsvoorganger gesolliciteerd en die hebben hem ook aangenomen. Hij werd slechts naar CapitalP doorgestuurd voor de formaliteiten.
De kantonrechter oordeelt als volgt. Dat Cition, althans haar voorgangster de dienst Stadstoezicht, de bedoeling heeft gehad om een overeenkomst aan te gaan (rechtstreeks) met werknemer, althans dat werknemer daarop heeft vertrouwd en op heeft mogen vertrouwen, is onvoldoende aannemelijk geworden. Dat het uitsluitend de rechtsvoorgangster van Cition is geweest die de werving en selectie van werknemer heeft verzorgd, heeft Cition gemotiveerd betwist. De juistheid van de over en weer in dat verband gestelde feiten kan in deze kortgedingprocedure niet worden vastgesteld. Dat Cition zich feitelijk ten aanzien van de re-integratie bij arbeidsongeschiktheid jegens werknemer heeft gedragen zoals door werknemer is gesteld (volledige re-integratieproces werd uitgevoerd door Cition) heeft Cition gemotiveerd betwist en ook dit is onvoldoende aannemelijk geworden. Reiskosten zijn betaald door CapitalP. Het is uiteindelijk CapitalP die op verzoek van werknemer een werkgeversverklaring ten behoeve van de IND heeft afgegeven. De gedragingen van Cition kunnen slechts worden aangemerkt als hetgeen van Cition als opdrachtgever van CapitalP kon worden verwacht. Volgt afwijzing van de vordering.