Rechtspraak
werkgever/werkneemsterRechtbank Gelderland, 30 juni 2014
werkgever/werkneemster
Werkneemster is op basis van een leer-arbeidsovereenkomst in dienst als leerling-verzorgende IG. Zij heeft aan haar leidinggevende verlof gevraagd om naar Turkije te reizen in verband met een plotselinge ziekenhuisopname van haar moeder wegens een hartinfarct. Werkneemster heeft verlof gekregen en is naar Turkije gereisd. Van een zorgaanbieder waar werkgever mee samenwerkt, heeft werkgever vernomen dat werkneemster bij een cliënt van de zorgaanbieder huishoudelijke werkzaamheden verrichtte. De zorgaanbieder heeft ook aangegeven dat werkneemster met haar moeder naar Turkije is gereisd. Werkneemster is vervolgens op staande voet ontslagen. Werkneemster heeft de vernietigbaarheid van het ontslag ingeroepen. Werkgever verzoekt voorwaardelijke ontbinding. Gesteld wordt dat het vertrouwen in werkneemster volledig ontbreekt. Werkneemster heeft erkend te hebben gelogen en heeft excuses aangeboden. Vervolgens heeft zij zogenaamde bewijsstukken opgestuurd. Een van de medicijnen betreft een geneesmiddel voor dieren, terwijl uit de in het Turks gestelde stukken alleen blijkt van bezoeken aan een polikliniek.
De kantonrechter oordeelt als volgt. Nu een vruchtbare voortzetting van het dienstverband niet meer mogelijk is, wordt de arbeidsovereenkomst ontbonden. Er is geen aanleiding voor toekenning van een vergoeding. Werkneemster heeft geen duidelijkheid verschaft over de situatie. Integendeel; de ‘bewijsstukken’ doen verder afbreuk aan het vertrouwen. Werkneemster heeft geen verklaring gegeven voor het als bewijsmiddel verwijzen naar een diergeneesmiddel of voor het gegeven dat de Turkse medische stukken niet spreken van een ziekenhuisopname, maar van een poliklinisch contract. Ook ter zitting zijn geen nadere bewijsstukken of verklaringen overgelegd, die de twijfel over de juistheid van de stellingen van werkneemster kunnen wegnemen of verminderen.