Rechtspraak
Rechtbank Noord-Nederland (Locatie Leeuwarden), 4 juli 2014
ECLI:NL:RBNNE:2014:3720
werkneemster/werkgeefster
Werkneemster is sinds 2010 in dienst als secretaresse. Na verkregen toestemming heeft werkgeefster de arbeidsovereenkomst wegens bedrijfseconomische redenen opgezegd. Werkneemster heeft zich op de vernietigbaarheid van de opzegging beroepen vanwege de toepasselijkheid van het opzegverbod tijdens ziekte. Zij vordert loondoorbetaling. Werkgeefster beroept zich op artikel 7:670b lid 2 BW, waarin wordt bepaald dat het opzegverbod van artikel 7:670 BW niet geldt indien de opzegging geschiedt wegens beëindiging van de werkzaamheden van de onderneming of van het onderdeel van de onderneming waarin de werknemer uitsluitend of in hoofdzaak werkzaam is. Werkgeefster voert aan dat het gehele secretariaat (dat bestond uit slechts één secretaresse) is opgeheven en dat dit een beëindiging van een onderdeel van de onderneming is.
De kantonrechter oordeelt als volgt. Niet in geschil is dat werkneemster ten tijde van de opzegging ongeschikt was tot het verrichten van haar arbeid wegens ziekte, zodat sprake is van een opzegverbod als vermeld in artikel 7:670 lid 1 BW. De kantonrechter heeft aan de hand van de stukken en het verhandelde ter zitting vast kunnen stellen dat werkgeefster het in het kader van haar bedrijf gevoerde secretariaat weliswaar heeft gesloten, maar dat de secretariële werkzaamheden die horen bij de uitoefening van het scheidingscentrum, zij het in (veel) beperktere omvang dan voorheen, wel zijn blijven bestaan. Deze werkzaamheden, zoals het beantwoorden van telefonische vragen, worden thans uitgevoerd door de bestuurders zelf en (bij toerbeurt) door de bij het bedrijf aangesloten franchisers. Dit leidt tot het voorlopige oordeel dat niet gesproken kan worden van een algehele beëindiging van de werkzaamheden van het onderdeel van de onderneming waar werkneemster werkzaam was. Het beroep op artikel 7:670b lid 2 BW faalt derhalve. De loonvordering (70%) wordt toegewezen. De wettelijke verhoging wordt vanwege de slechte financiële situatie van werkgeefster gematigd tot 10%.