Rechtspraak
Rechtbank Zeeland-West-Brabant, 28 mei 2014
ECLI:NL:RBZWB:2014:6271
werkneemster/Stichting Admiraal De Ruyter Ziekenhuis
Werkneemster is op 1 maart 2007 als accountmanager huisartsen voor de bepaalde tijd van één jaar in dienst getreden bij Ziekenhuis Walcheren. Reeds voor ingang van het dienstverband is de volgende intentieverklaring afgegeven: ‘Het is onze nadrukkelijke intentie om bij ongewijzigde omstandigheden, het dienstverband om te zetten in een dienstverband voor onbepaalde tijd.’ Ziekenhuis Walcheren heeft werkneemster opnieuw een dienstverband voor bepaalde tijd aangeboden – van 1 maart 2008 tot en met 31 december 2008 – dat zij onder protest heeft geaccepteerd. Bij brief van 15 oktober 2008 is onder opgave van de redenen aan werkneemster meegedeeld dat er met haar geen vervolgcontract zal worden aangegaan. Ziekenhuis Walcheren is door fusie met de Oosterschelde Ziekenhuizen in januari 2010 opgegaan in Admiraal de Ruyter Ziekenhuis (hierna: ADRZ). Werkneemster heeft gevorderd voor recht te verklaren dat ADRZ tekort is geschoten in de nakoming van haar verplichtingen jegens werkneemster, althans onrechtmatig heeft gehandeld, waardoor eiseres schade heeft geleden, nader op te maken bij staat.
De kantonrechter oordeelt als volgt. Feit is dat werkneemster heeft ingestemd met een arbeidsovereenkomst voor de duur van één jaar van 1 maart 2007 tot 1 maart 2008. Daarmee nam zij het risico dat dit contract van rechtswege zou eindigen zonder dat de arbeidsrelatie werd voortgezet. Omdat zij dit risico onderkende, heeft werkneemster al vóór de ingang van het dienstverband gevraagd om een schriftelijke intentieverklaring en verkregen. Daarmee verkreeg werkneemster geen hard recht op een aansluitend dienstverband voor onbepaalde tijd. De intentieverklaring moet worden geplaatst in het kader van de eisen van redelijkheid en billijkheid die contractspartijen jegens elkaar in acht hebben te nemen. Voor een arbeidsovereenkomst wordt dat aldus uitgedrukt dat de werkgever en de werknemer verplicht zijn zich als een goed werkgever en een goed werknemer te gedragen. Vanwege dit kader had de intentieverklaring wel tot gevolg dat de werkgever goede argumenten zou moeten hebben om werkneemster geen dienstverband voor onbepaalde tijd aan te bieden. Daarvoor waren blijkens de intentieverklaring gewijzigde omstandigheden vereist. Geoordeeld wordt dat deze gewijzigde omstandigheden aanwezig zijn. Door de samenwerking van Ziekenhuis Walcheren en de Oosterschelde Ziekenhuizen werd het werkgebied enorm uitgebreid. Voor werkneemster had dit tot gevolg dat haar dienstverband werd overgenomen door ServiZZ. Verder veranderde haar functie ook inhoudelijk. De directeur van ServiZZ had een andere kijk op de functie accountmanager huisartsen dan men had binnen Ziekenhuis Walcheren. Hij zag deze functie meer als een tijdelijke, die naar verloop van tijd door de organisatie zelf gedragen moest worden. Aan werkneemster werd begin februari 2008 meegedeeld dat ze wel rekening moest houden met de mogelijkheid dat haar functie zou eindigen en dat er voor haar dan mogelijk andere perspectieven zouden ontstaan, zoals een bredere staffunctie. Vanwege de gewijzigde omstandigheden kan niet worden gezegd, dat Ziekenhuis Walcheren/ServiZZ niet heeft gehandeld als een goed werkgever door aan werkneemster vanaf 1 maart 2008 geen dienstverband voor onbepaalde tijd aan te bieden. Volgt afwijzing van de vorderingen.