Rechtspraak
Rechtbank Noord-Holland (Locatie Alkmaar), 30 december 2014
ECLI:NL:RBNHO:2014:12430
Ferney Group B.V./X c.s.
X en Y zijn echtgenoten en allebei in dienst van Ferney Group B.V. Ferney is een inkooporganisatie voor ijzerwaren, gereedschappen, hang- en sluitwerk, sanitair, hout, verf en aanverwante artikelen. X is in dienst als inkoper, Y als assemblagemedewerkster. In de arbeidsovereenkomst van X is een concurrentiebeding opgenomen, in die van Y een verbod om tijdens het dienstverband nevenactiviteiten te verrichten. Op 10 september 2014 zijn X en Y op staande voet ontslagen. Door Ferney is meegedeeld dat de dringende reden voor het ontslag op staande voet was gelegen in het feit dat X en Y Ferney onrechtmatige concurrentie aandoen middels de exploitatie van een webshop en dat X vertrouwelijke bedrijfsinformatie aan concurrerende bedrijven doorspeelt. X en Y hebben de vernietigbaarheid van het ontslag ingeroepen. De gevorderde wedertewerkstelling van X is vanwege zijn arbeidsongeschiktheid en het ingediende ontbindingsverzoek in kort geding afgewezen. Naar aanleiding van het kortgedingvonnis is Y weer aan het werk bij Ferney. Ferney verzoekt voorwaardelijke ontbinding.
De kantonrechter oordeelt als volgt. Aan Ferney kan worden toegegeven dat de handelwijze van X en zijn betrokkenheid bij de ondernemingsactiviteiten van zijn echtgenote niet getuigen van goed werknemerschap. Die handelwijze is onhandig en onwenselijk. Echter, daar staat tegenover dat X reeds jarenlang in dienst is en een smetteloos dienstverband heeft gehad. Weliswaar zijn de verhoudingen tussen partijen verstoord geraakt, doch de kantonrechter ziet niet in waarom die verstoring onherstelbaar zou moeten zijn. Er dient getracht te worden, bijvoorbeeld met behulp van een mediator, de verhoudingen weer te herstellen. Voorts staat vast dat X nog steeds arbeidsongeschikt is. Hij heeft recht op een re-integratiekans, zo nodig door middel van het zogenaamde tweede spoor. Het voorgaande klemt temeer nu X thans 56 jaar oud is, een eenzijdige werkervaring heeft en gelet hierop niet eenvoudig een andere werkgever zal kunnen vinden. De middels het bedrijfje van zijn echtgenote ondernomen activiteiten zijn onbetwist van zeer geringe omvang geweest en zijn inmiddels gestaakt. De omvang van de betrokkenheid van X bij die activiteiten is evenmin komen vast te staan. Ontbinding van de arbeidsovereenkomst is in dit geval een te zwaar middel.
Hetgeen voor X is overwogen, geldt in grote lijnen evenzeer voor Y. Ook hier is van belang de geringe omvang van het bedrijfje van Y en de bekendheid van (de leidinggevende van) Ferney met de activiteiten van Y. Ten aanzien van Y komt de kantonrechter daarom eveneens tot het oordeel dat, gelet op alle omstandigheden – waaronder de aard en de ernst van de verwijten en de duur van de arbeidsovereenkomst – zo nodig in samenhang beschouwd, op dit moment een ontbinding van de arbeidsovereenkomst een te zwaar middel wordt geacht. Bovendien heeft zij in haar functie geen kennis van bedrijfsactiviteiten van Ferney waardoor zij concurrerend zou kunnen zijn. Volgt afwijzing van het ontbindingsverzoek.