Rechtspraak
Rechtbank Limburg (Locatie Maastricht), 15 september 2014
ECLI:NL:RBLIM:2014:7959
werkneemster/werkgeefster
Werkneemster is sinds 1 juli 2008 in dienst in de functie van pedagogisch medewerker. Op 31 juli 2014 is een beëindigingsovereenkomst gesloten, inhoudende dat de arbeidsovereenkomst met ingang van 1 oktober 2014 eindigt. Werkneemster behoudt over de periode 1 augustus 2014 tot en met 30 september 2014 aanspraak op loon, maar is vrijgesteld van haar werkzaamheden. Als uiterste betaaldatum van het loon over een maand heeft te gelden de eerste dag van de volgende maand. Het loon over de maand juli 2014 heeft werkgeefster eerst bij betaling van 4 september 2014 voldaan. Werkneemster vordert betaling van een bedrag van € 1.985 aan achterstallig loon.
De kantonrechter stelt vast dat ter zitting is gebleken dat werkgeefster het nog verschuldigd zijnde loon over de maanden juli, augustus en september 2014, alsmede het opgebouwde vakantiegeld aan werkneemster heeft voldaan. Thans resteren nog de betalingen die zien op de vergoeding van de wettelijke verhoging van 50% over het te laat betaalde loon, de wettelijke rente, de buitengerechtelijke incassokosten, alsmede de proceskosten. Werkgeefster heeft niet betwist dat zij over juli 2014 loon is verschuldigd aan werkneemster en dat zij dit niet tijdig – dat wil zeggen uiterlijk op 1 augustus 2014 – heeft betaald. De wettelijke verhoging wordt tot 4 september 2014 toegewezen over het brutoloon ad € 1.958 met inachtneming van het bepaalde in artikel 7:625 lid 1 BW. Als reden voor de niet-tijdige betaling is naar voren gebracht dat de accountant, die in het kader van de afwikkeling van de beëindigingsovereenkomst opdracht had gekregen alle financiële zaken met werkneemster af te handelen voor 31 augustus 2014, dit vanwege persoonlijke omstandigheden niet heeft gered. Dit komt voor rekening en risico van werkgeefster. Voor matiging van de wettelijke verhoging wordt geen aanleiding gezien. De wettelijke rente wordt vanaf 1 augustus 2014 tot aan 4 september 2014 toegewezen. De wettelijke rente over de wettelijke verhoging wordt toegewezen vanaf de dag van dagvaarding, omdat gesteld noch gebleken is dat ten aanzien van dit bedrag op een eerder tijdstip het verzuim is ingetreden.