Naar boven ↑

Rechtspraak

werkneemster/Private limited company (Verenigd Koninkrijk) ACE European Group Limited c.s.
Rechtbank Midden-Nederland (Locatie Utrecht), 8 april 2015
ECLI:NL:RBMNE:2015:2602

werkneemster/Private limited company (Verenigd Koninkrijk) ACE European Group Limited c.s.

Albert Heijn is aansprakelijk voor schade werkneemster als gevolg van overval.

Werkneemster is per 12 november 2002 als caissière in dienst getreden bij Albert Heijn. Zij was werkzaam in een filiaal in Houten. Dit filiaal is op 23 april 2005 overvallen door twee gemaskerde mannen met een vuurwapen en een stroomstootwapen. Werkneemster heeft bij deze overval schouderletsel opgelopen, waarvan zij nog steeds klachten en beperkingen ondervindt. Zij heeft Albert Heijn bij brief van 25 januari 2010 op grond van artikel 7:658 BW aansprakelijk gesteld voor de door haar geleden schade. ACE, de aansprakelijkheidsverzekeraar van Albert Heijn, heeft aansprakelijkheid van de hand gewezen. Centrale vraag in de onderhavige procedure is of Albert Heijn op grond van artikel 7:658 BW aansprakelijk is voor de schade van werkneemster.

De kantonrechter stelt vast dat in het winkelveiligheidsplan (WVP) geen instructie is opgenomen over het openen en open laten staan van de deur tijdens of na het lossen. In het WVP staat slechts dat de deur nooit mag worden geopend zonder vooraf via de doorkijkmogelijkheid te hebben gekeken wie er voor de deur staat en dat de deur nooit voor onbekende personen open gaat. Het WVP bevat aldus op dit punt een lacune. Albert Heijn heeft weliswaar verklaard dat zij ook het Veiligheidsprotocol toepast, maar heeft niet nader toegelicht wanneer zij dit ter beschikking van haar werknemers heeft gesteld en welke specifieke instructies zij in dit verband aan haar werknemers heeft gegeven. Gesteld noch gebleken is dat Albert Heijn c.s. in de gegeven omstandigheden geen rekening hoefde te houden met de mogelijkheid van een overval via een openstaande magazijndeur. Het feit dat het kennelijk nodig is gevonden instructies op te stellen, wijst er al op dat dit een voorzienbaar risico was. Hieraan doet niet af dat het filiaal in Houten was ingeschaald in een lage veiligheidsrisicoklasse. Het risico van een overval is immers een algemeen risico van supermarkten. Om te voorkomen dat dit risico zich verwezenlijkt, dienen de werknemers hierop toegespitste instructies te krijgen die regelmatig worden geüpdatet. Albert Heijn c.s. heeft haar stelling dat dit daadwerkelijk is gebeurd, onvoldoende onderbouwd, evenals haar stelling dat de veiligheidsrisicoklasse jaarlijks is geüpdatet. Het lag op de weg van Albert Heijn c.s. om ter onderbouwing van haar stelling dat Albert Heijn op dit punt aan haar zorgplicht heeft voldaan, gemotiveerd te stellen dat de werknemers die de ochtend van de overval de magazijndeur hebben geopend om de broodkarren naar binnen te rijden, wisten dat zij de magazijndeur niet onbewaakt open mochten laten staan en dat zij ervoor dienden te zorgen dat deze deur zo min mogelijk en zo kort mogelijk geopend was, en dat regelmatig op naleving van die instructies is gecontroleerd. Albert Heijn c.s. heeft dit echter nagelaten. Zij heeft bovendien haar stelling dat er een filiaalhulpverlener was aangewezen om toezicht te houden op het openen van de deur en dat deze ten tijde van de overval ook daadwerkelijk in het filiaal aanwezig was, onvoldoende onderbouwd. Denkbaar was ook geweest dat Albert Heijn andere maatregelen had getroffen, bijvoorbeeld het plaatsen van een deurdranger op de deur zodat deze automatisch dicht ging of het aanstellen van een deurwacht tijdens het lossen. Voor zover Albert Heijn c.s. zich op het standpunt stelt dat het treffen van deze veiligheidsmaatregelen redelijkerwijs niet van Albert Heijn kon worden gevergd, bijvoorbeeld omdat het houden van toezicht op de magazijndeur door een deurwacht te kostbaar zou zijn, heeft zij deze stelling eveneens onvoldoende onderbouwd. Haar stelling dat Albert Heijn aan haar zorgplicht heeft voldaan, is onvoldoende onderbouwd. Er is onvoldoende grond om aan te nemen dat het causaal verband tussen het niet treffen van deze maatregelen en de schade die werkneemster als gevolg van de overval heeft geleden geheel ontbreekt. Uit het voorgaande volgt dat Albert Heijn als werkgever van werkneemster aansprakelijk is voor de schade die zij als gevolg van de overval heeft geleden.