Naar boven ↑

Rechtspraak

IJspaleis X BV/werknemer
Gerechtshof 's-Hertogenbosch (Locatie 's-Hertogenbosch), 12 mei 2015
ECLI:NL:GHSHE:2015:1673

IJspaleis X BV/werknemer

Aansprakelijkheid voor voorraadtekorten dient met instemming van de werknemer te zijn overeengekomen. Voorts dient aan artikel 7:661 BW te zijn voldaan.

Werknemer is van 11 augustus 2008 tot en met 11 februari 2011 bij IJspaleis in dienst geweest in de functie van pioniermedewerker (chauffeur/verkoper) op basis van arbeidsovereenkomsten voor bepaalde tijd. IJspaleis heeft in periode 13 van 2010 en in periode 1 van 2011 in totaal € 3.097,04 netto ingehouden op het salaris van werknemer onder vermelding van ‘aflossing debiteurensaldo’. Werknemer vordert thans uitbetaling van het in zijn ogen ten onrechte ingehouden loon. IJspaleis heeft ter onderbouwing van haar vordering op werknemer samengevat het volgende gesteld. Werknemer heeft gedurende zijn dienstverband een negatief voorraadverschil van € 3.528,64 laten ontstaan. Een bedrag van € 431,60 was reeds eerder op het loon van werknemer ingehouden, zodat een voorraadverschil van € 3.097,04 resteerde. Op grond van artikel 5.3 van de werkinstructies is werknemer jegens IJspaleis aansprakelijk voor dit voorraadverschil en is IJspaleis bevoegd dit voorraadverschil op werknemer te verhalen.

Het hof oordeelt als volgt. Een regeling als opgenomen in de werkinstructie dient in de eerste plaats met de werknemer te zijn overeengekomen. Een uitdrukkelijke instemming lijkt in casu te ontbreken. Het hof laat, nu partijen daarover niet hebben gedebatteerd, nog in het midden of een instructie als opgenomen in artikel 5.3 zich verdraagt met het systeem van artikel 7:661 BW, dat tot uitgangspunt heeft dat een werknemer slechts in geval van opzet of bewuste roekeloosheid aansprakelijk is voor in de uitvoering van de overeenkomst aan de werkgever toegebrachte schade, of met de eisen van goed werkgeverschap.