Naar boven ↑

Rechtspraak

werknemer/AGN-Media BV
Gerechtshof 's-Hertogenbosch (Locatie 's-Hertogenbosch), 12 mei 2015
ECLI:NL:GHSHE:2015:1674

werknemer/AGN-Media BV

Ontslag 60-jarige werknemer met zeven dienstjaren zonder vergoeding niet kennelijk onredelijk. Schending wederindiensttredingsvoorwaarde weegt mee bij toetsing gevolgencriterium. Geen valse reden, maar wel een onbewust misverstand over ontslagreden.

AGN drijft een onderneming met als activiteit het uitgeven en verhandelen/verkopen van wenskaarten via distributeurs, voornamelijk winkels, in heel Nederland. Werknemer (geboren 1950) is op 1 februari 2004 bij AGN in dienst getreden als accountmanager tegen een salaris van € 2.500 bruto per maand. In 2006 is de functie van werknemer gewijzigd in magazijnmedewerker. In 2010 staakt AGN met het magazijnwerk, omdat dit geconcentreerd wordt bij een andere dochter in de holding. Het UWV heeft toestemming verleend voor de opzegging. Volgens werknemer is sprake van een valse reden, omdat de magazijnen helemaal niet zijn gecentraliseerd. Voorts beroept hij zich op het gevolgencriterium.

Het hof oordeelt als volgt. Hoewel er inderdaad sprake lijkt te zijn van een misverstand over de centralisering van de magazijnactiviteiten, moet desalniettemin worden geoordeeld dat sprake is van bedrijfsbeëindiging, althans verval van functie. Derhalve is geen sprake van een valse reden. Het hof is voorts, rekening houdend met voormelde omstandigheden, van oordeel dat geen sprake is van een kennelijk onredelijke opzegging. De gevolgen van de opzegging zijn voor werknemer weliswaar ernstig gezien met name zijn slechte positie op de arbeidsmarkt vanwege zijn leeftijd, maar die gevolgen zijn niet te ernstig in vergelijking met het belang van AGN bij de opzegging, gelet op de voorziening die AGN had willen treffen voor werknemer, te weten het volgen van een outplacementtraject, en gelet op het feit dat werknemer had kunnen solliciteren bij Beheer B.V.’s Distributiemaatschappij. Het moet voor rekening van werknemer blijven dat hij van beide mogelijkheden geen gebruik heeft gemaakt. Het enkele feit dat aan werknemer geen ontslagvergoeding is aangeboden leidt niet tot de conclusie dat sprake is van een kennelijk onredelijke opzegging, nu geen sprake is van bijzondere omstandigheden op grond waarvan sprake is van ontslag in strijd met goed werkgeverschap. Het formeel overtreden van de 26 wekenvoorwaarde beschouwt het hof niet als een zodanige bijzondere omstandigheid.