Rechtspraak
Gerechtshof 's-Hertogenbosch (Locatie 's-Hertogenbosch), 19 mei 2015
ECLI:NL:GHSHE:2015:1797
K. Holding B.V./Load4u B.V.
Load4U is een expediteur en richt zich op wegtransport. K. Holding B.V., B. Holding B.V. en J. Holding B.V. zijn de bestuurders van Load4U. K. Holding is de boekhouder/administrateur van Load4U. In artikel 5 van de managementovereenkomst is bepaald dat de overeenkomst tussentijds kan worden beëindigd indien zich een situatie als bedoeld in artikel 7:678 BW voordoet. Op 24 maart 2014 wordt de managementovereenkomst onmiddellijk opgezegd, omdat de bestuurder van de K. Holding B.V. e-mails aan derden zou hebben gezonden met daarin concurrentiegevoelige infromatie (hetgeen krachtens zijn overeenkomst verboden was). K. Holding vordert toelating tot het werk en de gebruikelijke fees. De voorzieningenrechter oordeelde als volgt. Met het verstrekken van bedrijfsgevoelige gegevens over Load4U aan Unico Logistics B.V. en met het verstrekken van de informatie in de e-mails heeft bestuurder K. Holding bijzonderheden over het bedrijf van Load4U, die hij geheim behoorde te houden, bekend gemaakt. Dergelijke gedragingen zouden in het geval van een arbeidsovereenkomst een dringende reden in de zin van artikel 7:678 BW hebben opgeleverd voor een onverwijlde opzegging van een dergelijke overeenkomst. De managementovereenkomst verwijst slechts naar voormeld artikel voor de omstandigheden die een dringende reden voor tussentijdse onmiddellijke beëindiging van die overeenkomst opleveren. Die verwijzing houdt evenwel niet in noch valt daaruit af te leiden dat alle arbeidsrechtelijke bepalingen van het BW in de managementovereenkomst zijn geïncorporeerd. Anders dan in het arbeidsrecht was een onverwijlde mededeling van de dringende reden in dit geval dan ook niet vereist. Tegen dit oordeel keert K. Holding zich in hoger beroep.
Het hof oordeelt als volgt. Voor zover K. Holding zich op het standpunt stelt dat de e-mails onrechtmatig zijn verkregen, oordeelt het hof dat vaststaat dat bedoelde e-mails door Load4U zijn verkregen door de e-mailboxen van de door K. Holding (bestuurder K. Holding) gebruikte zakelijke e-mailadressen te doorzoeken. Artikel 9 lid 2 van de managementovereenkomst bepaalt dat alle soorten van bescheiden, waaronder brieven, steeds eigendom van Load4U worden of blijven. Daarmee hebben partijen naar het oordeel van het hof, met toepassing van de Haviltex-maatstaf, ook e-mails (elektronische brieven) bedoeld. Maar zelfs indien artikel 9 lid 2 zou ontbreken, dan zou dit nog niet tot uitsluiting van bewijs leiden. De omstandigheid dat bewijs onrechtmatig is verkregen brengt niet noodzakelijkerwijs mee dat dat bewijs dient te worden uitgesloten (vrije bewijsleer). Over de toelating van onrechtmatig verkregen bewijs in een civiele zaak dient steeds in concreto te worden beslist op grond van een afweging tussen enerzijds het belang van de waarheidsvinding en anderzijds de overige in het geding zijnde belangen, waaronder de privacy.
Met betrekking tot de inhoud van de e-mails, oordeelt het hof als volgt. Unico zag K. Holding als overnamekandidaat. Zij moet daarom als potentiële directe concurrent van Load4U beschouwd worden. K. Holding heeft Unico het waarderingsrapport verstrekt. Het argument van K. Holding dat dat rapport als zelfstandige bron waardeloos is, omdat er geen essentiële informatie uit af te leiden valt, verwerpt het hof. Als die stelling juist zou zijn, zou het immers weinig zin hebben gehad om Unico dat rapport te verstrekken. Aangenomen moet worden dat Unico relevante informatie wenste en met het waarderingsrapport ook, hoewel mogelijk nog niet voldoende, heeft gekregen om zich een beeld te kunnen vormen van de waarde van de aandelen. Dit levert een dringende reden in de zin van artikel 7:678 BW op. Artikel 5 van de managementovereenkomst verwijst uitsluitend naar artikel 7:678 BW. Bestuurder K. Holding heeft geen steekhoudende argumenten aangevoerd op grond waarvan, met inachtneming van de Haviltex-maatstaf, geconcludeerd zou moeten worden dat partijen beoogd hebben dat ook de eis van de onverwijldheid in acht genomen zou moeten worden.