Naar boven ↑

Rechtspraak

werknemer/ATS Applied Tech Systems B.V.
Rechtbank Overijssel (Locatie Zwolle), 5 juni 2015
ECLI:NL:RBOVE:2015:2792

werknemer/ATS Applied Tech Systems B.V.

Concurrentiebeding hoeft bij verlenging arbeidsovereenkomst niet opnieuw te worden overeengekomen. Geen zwaarder drukken. Belangenafweging in voordeel werknemer.

Werknemer is op 7 mei 2012 voor bepaalde tijd in dienst getreden van ATS in de functie van technical engineer. De arbeidsovereenkomst bevat een concurrentie-, uitvindings- en geheimhoudingsbeding. Op 7 november 2012 is de arbeidsovereenkomst omgezet in een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd. Met ingang van april 2014 is de functie van werknemer application engineer. Werknemer heeft de arbeidsovereenkomst opgezegd en is met ingang van 1 juni 2015 is dienst getreden van ICTAN in de functie van control designer. ICTAN is een directe concurrente van ATS. Centrale vraag is of ATS werknemer aan het concurrentiebeding kan houden.

De kantonrechter oordeelt als volgt. Anders dan werknemer stelt, hoefde het concurrentiebeding op 7 november 2012 niet opnieuw te worden overeengekomen. De verlenging van de arbeidsovereenkomst ingaande 7 november 2012 betreft uitsluitend de duur van die overeenkomst. Alle overige arbeidsvoorwaarden, waaronder de functie van werknemer, zijn ongewijzigd gebleven. Uit artikel 7:668 lid 1 BW, zoals dat tot 1 januari 2015 luidde, volgt dat een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd ‘op de vroegere voorwaarden’ wordt aangegaan indien aan de in dit artikellid genoemde voorwaarde is voldaan. Onder ‘aangegaan’ moet voortgezet worden verstaan op grond van de wetsgeschiedenis (zie daarvoor de noot van mr. dr. M.S.A. Vegter bij Hof Leeuwarden 22 februari 2011, TRA 2011/50) en op grond van het huidige artikel 7:668 BW dat in dit verband de term ‘voortgezet’ gebruikt. Ook een concurrentiebeding dient tot ‘de vroegere voorwaarden’ te worden gerekend (zie AR 2011-0143). Onvoldoende aannemelijk is gemaakt dat het concurrentiebeding zijn geldigheid heeft verloren wegens een ingrijpende wijziging van de arbeidsverhouding waardoor het beding zwaarder is gaan drukken. De stelling van werknemer dat het concurrentiebeding is vervallen toen hij is overgeplaatst van Haarlem naar Dalfsen, wordt verworpen. De vestiging van ATS te Dalfsen betreft dezelfde rechtspersoon. Het concurrentiebeding bevat geen clausule die werknemer bijvoorbeeld verbiedt in een bepaalde straal met zijn plaats van tewerkstelling als middelpunt bij een andere werkgever werkzaam te zijn, in welk geval denkbaar is dat het concurrentiebeding zwaarder is gaan drukken, bijvoorbeeld omdat meer dan voorheen het geval was, concurrerende, potentiële werkgevers binnen die straal vallen. De tussenconclusie is dat het concurrentiebeding geldig is gebleven. Daarvan uitgaande dient de vraag te worden beantwoord of het beding werknemer onbillijk benadeelt.

Deze vraag wordt bevestigend beantwoord. Werknemer wenst bij ICTAN in loondienst te treden omdat zij hem meer mogelijkheden biedt tot verdere ontplooiing door middel van het volgen van cursussen en trainingen en het pakket arbeidsvoorwaarden beter is dan bij ATS. De kantonrechter acht deze wens legitiem. De duur van het dienstverband van werknemer bij ATS is betrekkelijk kort, te weten drie jaren. De wens van werknemer meer cursussen te volgen is door ATS wel gehonoreerd, maar door drukte in haar bedrijf is van het volgen van die cursussen nog weinig terechtgekomen. Dat is op zichzelf niet onbegrijpelijk, maar het valt wel in de risicosfeer van ATS. De beloning van werknemer verbetert (gering) door de indiensttreding bij ICTAN en hij kan de beschikking krijgen over een leaseauto. Desgevraagd heeft ATS ter zitting verklaard dat zij werknemer met name aan het concurrentiebeding wil houden omdat anders de kans bestaat dat de klanten van ATS voor wie werknemer werkzaamheden verricht, met hem naar ICTAN zullen vertrekken. ATS heeft ook gesteld dat werknemer kennis draagt van de tarieven die ATS hanteert en bekend is met de wijze waarop zij haar klanten werft. De functie van werknemer betreft geen commerciële functie. ATS heeft niet aannemelijk gemaakt dat werknemer over zodanige kennis beschikt inzake haar marketing en prijsstelling dat zijn nieuwe werkgever daarmee haar voordeel kan doen en een ongerechtvaardigde voorsprong zal krijgen. De kans dat klanten bij ATS zullen vertrekken en met werknemer zullen meegaan naar ICTAN kan uiteraard niet worden uitgesloten, maar is bij deze stand van zaken onvoldoende reëel. Het is begrijpelijk dat ATS werknemer, die volgens de overgelegde ‘reviews’ uitstekend functioneert, in de krappe ICT-arbeidsmarkt voor zichzelf wenst te behouden, maar daarvoor is een concurrentiebeding niet bedoeld. Het concurrentiebeding wordt geschorst.