Rechtspraak
Gerechtshof Den Haag (Locatie 's-Gravenhage), 17 februari 2015
ECLI:NL:GHDHA:2015:1117
X/Uitzendbureau X B.V.
Y maakte tot en met 2007 haar bedrijf van het kweken van paprika’s. Met ingang van 2008 kweekt zij cocktailtomaten. Sinds april 2003 leent zij in het kader van haar bedrijfsvoering personeel in van X, die haar bedrijf maakt van het uitlenen van personeel. Op 29 juli 2008 is bij een controle op het bedrijf van Y gebleken dat veertien door X uitgeleende medewerkers niet beschikten over een tewerkstellingsvergunning. Naar aanleiding hiervan is aan Y een boete opgelegd. Y heeft uiteindelijk een schikking getroffen met het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid tot betaling van een bedrag van € 169.500. In eerste aanleg heeft de rechtbank aan Y opgedragen te bewijzen dat zij met X heeft afgesproken dat X alle schade van Y die het gevolg is van het tewerkstellen van door X uitgeleende werknemers zonder tewerkstellingsvergunning, op zich zou nemen. Daarin is Y niet geslaagd.
Het hof oordeelt als volgt. Als door X is toegezegd dat zij zou zorgen (en verantwoordelijkheid neemt) voor legaal personeel, houdt dat nog niet in dat zij als uitlener eventuele schade of boetes die Y oploopt als gevolg van inzet van door X illegaal uitgeleend personeel, voor haar rekening zal nemen. Daarvoor is immers nodig dat X dat met zoveel woorden heeft toegezegd. Een dergelijke toezegging blijkt niet uit de verklaring van getuige B.