Rechtspraak
Rechtbank Overijssel (Locatie Almelo), 19 augustus 2015
ECLI:NL:RBOVE:2015:3934
werkgever/werkneemster
Eind jaren 2000 heeft werkgever voor het eerst de beurs ‘De groene Dagen’ georganiseerd. Werkneemster is sindsdien ingeschakeld om hem te ondersteunen bij het organiseren van de beurs. In het kader van de organisatie van ‘De Groene Dagen’ hebben partijen telkens arbeidsovereenkomsten voor bepaalde tijd gesloten. Partijen zijn voor het laatst per 1 januari 2015 een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd voor de duur van zes maanden aangegaan. In de arbeidsovereenkomst is een concurrentiebeding opgenomen. Werkgever vordert werkneemster te veroordelen te verbieden concurrerende activiteiten te ondernemen. Werkneemster heeft aangekondigd en zij is ook al doende om voor eigen rekening een zelfde soort beurs en naar het zich laat aanzien volgens dezelfde formule als ‘De Groene Dagen’ te organiseren, aldus werkgever.
De voorzieningenrechter stelt voorop dat tussen partijen niet in geschil is dat het overeengekomen concurrentiebeding als omschreven in artikel 7 van de arbeidsovereenkomst niet van toepassing is en dat er geen relatiebeding is overeengekomen. Dit betekent dat het werkneemster in beginsel vrij stond om zich na afloop van de arbeidsovereenkomst in vrije concurrentie met de eenmanszaak van werkgever te begeven, ook wanneer laatstgenoemde daarvan nadeel zou ondervinden. Maar onder omstandigheden kan concurrentie met de ex-werkgever onrechtmatig zijn. Leidend in dezen is het arrest van de Hoge Raad van 9 december 1955 (NJ 1956/157). Vast staat dat werkneemster al tijdens het dienstverband haar eigen eenmanszaak ‘Stoer Groen Projecten’ heeft laten inschrijven in het Handelsregister. Voorts is door haar niet weersproken dat zij ook al tijdens het dienstverband de domeinnaam www.stoergroen.nl heeft laten registeren. Bovendien is voldoende aannemelijk dat zij met gebruikmaking van bij werkgever opgedane relaties en kennis vaste klanten van werkgever heeft benaderd. In dit kader acht de voorzieningenrechter van belang dat werkneemster, zonder daartoe gerechtigd of bevoegd te zijn, de administratie van de eenmanszaak van werkgever onder zich heeft gehouden en dat zij niet weersproken heeft dat zij op 24 juni 2015 tijdens haar dienstverband alle contacten in haar zakelijke e-mail heeft geëxporteerd naar een eigen G-mail-account. Daarnaast heeft werkneemster op 25 juni 2015 een e-mail verstuurd naar, in ieder geval, verschillende standhouders van ‘De Groene Dagen’. Ook heeft zij berichten op Facebook geplaatst. In deze berichten doet werkneemster het voorkomen alsof zij de organisatie van de beurs ‘De Groene Dagen’ (weliswaar) onder een andere naam, namelijk ‘Stoer Groen’ in de toekomst op zich neemt. Duidelijk gebleken is dat werkneemster niet alleen de intentie had om de eenmanszaak van werkgever directe concurrentie aan te doen, maar bovendien lijkt zij doelbewust toe te werken naar een voortvarende eigen organisatie van een beurs volgens de door werkgever jarenlang toegepaste formule. Geoordeeld wordt dat sprake is van onrechtmatige concurrentie. Het wordt werkneemster op straffe van een dwangsom verboden om gedurende een tijdvak van twee jaren vanaf de datum van het vonnis zakelijke contacten te onderhouden met de klanten en leveranciers van de eenmanszaak ‘Groene Dagen De Nederlandse Manifestatie’ van werkgever.