werkneemster/werkgeefster

Werkneemster is in de functie van chef bediening in dienst van werkgeefster, een grand-café. Op 13 juli 2015 is werkneemster op staande voet ontslagen. In de ontslagbrief wordt als reden vermeld dat werkneemster een volstrekt onbevoegde medewerker de essentiële codes heeft verschaft voor het openen van het kassasysteem waarmee tevens opening naar de administratie en het financiële verkeer mogelijk is. Werkneemster verzoekt de opzegging te vernietigen (art. 7:681 BW) en haar toe te laten tot de werkzaamheden.

De kantonrechter oordeelt als volgt. Tussen partijen is niet in geschil dat werkneemster haar toegangscode voor het kassasysteem heeft gegeven aan C, die daar ook werkte en toen niet beschikte over een toegangscode waarmee zij het kassasysteem kon opstarten. Volgens werkneemster waren er in die periode onvoldoende toegangscodes aangemaakt en werden er vaker codes van anderen gebruikt. Werkneemster betwist dat met haar code gevoelige informatie toegankelijk werd en dat daarmee de geheimhoudingsplicht van de arbeidsovereenkomst werd geschonden. Zij wijst erop dat het kassasysteem destijds nog niet voldoende was uitgekristalliseerd en dat artikel 6 van de arbeidsovereenkomst juist de mogelijkheid biedt om van de geheimhoudingsplicht af te wijken indien dit noodzakelijk is. Werkneemster stelt dat de huisregels waar werkgeefster nu naar verwijst, haar onbekend zijn. Werkgeefster heeft niet een door werkneemster ondertekend exemplaar overgelegd van de huisregels waar zij zich nu op beroept. Dat werkneemster die aangescherpte regels niettemin kende op het moment dat zij C haar toegangscode gaf is niet komen vast te staan. Voorts geldt dat werkgeefster niet gemotiveerd heeft weersproken dat in de beginfase van het café-restaurant nog niet alle medewerkers over een eigen code voor het kassasysteem beschikten, de werkwijze nog niet helemaal was uitgekristalliseerd en dat het niet ongebruikelijk was om toegangscodes door te geven zonder dat dat met de manager werd afgestemd. De kantonrechter houdt het er dan ook voor dat de omstandigheden destijds waren zoals werkneemster die heeft geschetst. Dat maakt dat niet kan worden gezegd dat werkneemster de geheimhoudingsplicht die in de arbeidsovereenkomst is neergelegd heeft geschonden door haar code aan een andere medewerker te geven. Als al kan worden gezegd dat zij daardoor handelde in strijd met de belangen van werkgeefster, dan had onder de gegeven omstandigheden moeten worden volstaan met een waarschuwing; een dringende reden voor een opzegging in de zin van artikel 7:677 BW is het in ieder geval niet. De opzegging wordt vernietigd en het verzoek tot wedertewerkstelling wordt toegewezen.