Rechtspraak
werkgever/werkneemsterRechtbank Den Haag, 30 oktober 2015
werkgever/werkneemster
Werkneemster is sinds 1980 in dienst als doktersassistente. Werkgever verzoekt ontbinding van de arbeidsovereenkomst, primair wegens verwijtbaar handelen (art. 7:669 lid 3 onderdeel e BW). Daartoe wordt het volgende aangevoerd. Werkneemster functioneert op veel onderdelen niet goed. Ter verbetering daarvan zijn een tweetal functioneringsgesprekken gevoerd, die niet tot resultaat hebben geleid. Uit het commentaar van werkneemster op het tweede functioneringsverslag volgt dat werkneemster haar fouten bagatelliseert en haar gedrag niet wil aanpassen. Tezamen met de constatering dat werkneemster op 30 juli 2015 wederom binnen korte tijd een aantal grote fouten heeft gemaakt, heeft huisarts X haar op non-actief gesteld met doorbetaling van salaris. Dit viel samen met de vakantie van X. Ondanks het verbod is werkneemster weer gaan werken en heeft op 5 en 6 augustus 2015, buiten aanwezigheid van X, wederom recepten uitgeschreven en ondertekend. Daarbij heeft zij een recept uitgeschreven met medicatie tegen diabetes, terwijl de patiƫnt eerst op diabetes gecontroleerd moest worden. Door het negeren van instructies en het bij afwezigheid van X wederom uitschrijven van recepten heeft werkneemster verwijtbaar gehandeld en kan van werkgever in redelijkheid niet worden gevergd de arbeidsovereenkomst te laten voortduren.
De kantonrechter oordeelt als volgt. Voorop staat dat een huisarts verantwoordelijk is voor de recepten die aan patiƫnten worden voorgeschreven en dat hij erop moet kunnen vertrouwen dat doktersassistenten volgens zijn voorschriften handelen. Nadat werkneemster op 30 juli 2015 op non-actief was gesteld, is zij op 5 en 6 augustus weer aan het werk gegaan. Het had werkneemster na de twee functioneringsgesprekken duidelijk moeten zijn dat haar met betrekking tot recepten geen bevoegdheid toekwam. De verslagen zijn niet voor misverstand vatbaar. Dat het hier om herhaalrecepten zou gaan en dat werkneemster de recepten door een andere doktersassistente heeft laten ondertekenen, vormt daarvoor geenszins een rechtvaardiging. De arbeidsovereenkomst wordt ontbonden op grond van artikel 7:669 lid 3 onderdeel e BW. De kantonrechter volgt werkgever in het standpunt dat sprake is van ernstig verwijtbaar handelen, zodat geen transitievergoeding verschuldigd is. De arbeidsovereenkomst wordt (zonder inachtneming van de opzegtermijn) ontbonden per 1 november 2015.