werknemer/werkgeefster

Werknemer is sinds 2007 in dienst van een stichting als statutair bestuurder. In 2014 is hij ook statutair bestuurder geworden van een andere stichting binnen hetzelfde samenwerkingsverband. Op 24 juni 2015 is werknemer geschorst, nadat de raad van toezicht (RvT) heeft geconcludeerd dat een voortzetting van de samenwerking niet meer mogelijk is. Werknemer verzoekt wedertewerkstelling. Volgens hem is er geen sprake van een reden of omstandigheid die een schorsing/op non-actiefstelling kan rechtvaardigen en wordt hij in zijn eer en goede naam aangetast.

De kantonrechter oordeelt als volgt. Bij beschikking van heden is het ontbindingsverzoek van de Stichting afgewezen (zie AR 2016-0055). De arbeidsovereenkomsten duren hiermee nog voort. Omdat niet onderbouwd is gesteld of gebleken dat, de belangen van werknemer in aanmerking genomen, wedertewerkstelling (thans) in redelijkheid niet van de Stichting kan worden gevergd, wordt de vordering ter zake toegewezen.