Naar boven ↑

Rechtspraak

Brabantia International B.V./werkneemster
Rechtbank Limburg (Locatie Roermond), 25 april 2016
ECLI:NL:RBLIM:2016:3535

Brabantia International B.V./werkneemster

Toewijzing ontbindingsverzoek (g-grond). Ondanks diverse gesprekken en een mediationtraject is de verhouding tussen leidinggevende en werkneemster verstoord gebleven. Herplaatsing ligt niet in de rede, nu er geen vacatures zijn voor passende functies voor werkneemster.

Werkneemster is op 1 januari 2003 in dienst getreden bij Brabantia International B.V. (hierna: Brabantia). Werkneemster is lid van de ondernemingsraad. Als gevolg van een interne reorganisatie is werkneemster per 1 maart 2015 gedetacheerd bij Brabantia S&L Belgium N.V. Werkneemster uit in een gesprek van 15 juli 2015 haar bezorgdheid over haar beleving van de Belgische werkomgeving. Op 8 oktober 2015 meldt werkneemster zich ziek. Later blijkt dat zij aan spanningsklachten lijdt. De bedrijfsarts concludeert dat sprake is van een verstoorde arbeidsverhouding met de leidinggevende van werkneemster. Partijen zijn op 30 november 2015 een mediationtraject gestart, welke bij brief van 26 februari 2016 door de mediatior is gestaakt. Werkneemster meldt zich op 6 maart 2016 ziek, waarna de bedrijfsarts wederom melding maakt van een verstoorde verhouding tussen werkneemster en haar leidinggevende. Brabantia verzoekt de arbeidsovereenkomst met werkneemster te ontbinden, primair vanwege een verstoorde arbeidsverhouding (g-grond) en subsidiair vanwege andere omstandigheden (h-grond), onder toekenning van de transitievergoeding. Werkneemster stelt zich op het standpunt dat sprake is van een tweetal opzegverboden: wegens ziekte en wegens lidmaatschap van de ondernemingsraad. Voor zover de arbeidsovereenkomst wordt ontbonden verzoekt werkneemster onder meer om toekenning van een billijke vergoeding.

De kantonrechter oordeelt als volgt. De kantonrechter stelt vast dat geen sprake is van een opzegverbod. De bedrijfsarts heeft immers geoordeeld dat werkneemster arbeidsgeschikt is, maar dat sprake is van een verstoorde relatie. Het opzegverbod wegens lidmaatschap van de ondernemingsraad staat niet in de weg aan ontbinding, omdat het verzoek hiermee geen verband houdt. De kantonrechter komt dan ook toe aan de inhoudelijke beoordeling. Vast staat dat werkneemster niet door één deur kan met haar leidinggevende. Werkneemster wil niet langer met hem samenwerken. Brabantia heeft zich volledig ingespannen om de samenwerking tussen beiden te verbeteren en/of te herstellen. Er zijn diverse gesprekken gevoerd, er heeft mediation plaatsgevonden en de herplaatsingsmogelijkheden van werkneemster zijn onderzocht. Alle inspanningen zijn echter zonder het gewenste resultaat gebleven. Er is immers (nog steeds) sprake van een verstoorde arbeidsrelatie zonder dat daarvan in overwegende mate aan een van partijen een verwijt kan worden gemaakt. De kantonrechter ziet geen reden om te oordelen dat herplaatsing van werkneemster binnen een redelijke termijn nog in de rede ligt, nu Brabantia uitvoerig heeft besproken welke functies passend zijn, terwijl zij daarnaast aangeeft dat er op dit moment geen vacatures voor die functies zijn. Volgt ontbinding van de arbeidsovereenkomst. Brabantia wordt veroordeeld tot betaling van de transitievergoeding ad € 17.832. De kantonrechter ziet geen aanleiding om aan werkneemster een billijke vergoeding toe te kennen. Brabantia erkent dat de leidinggevende van werkneemster op 1 juli 2015 zijn zelfbeheersing heeft verloren en van woede tegen een kast heeft geslagen. Hoewel Brabantia zulk gedrag afkeurt stelt zij dat deze uitbarsting niet gericht was tegen werkneemster. Deze stelling wordt niet door werkneemster betwist. Werkneemster stelt verder dat haar leidinggevende ongepast en onbehoorlijk gedrag richting haar vertoonde. Werkneemster onderbouwt haar stelling echter niet en kan ook geen concrete voorbeelden geven, zelfs niet na daartoe gevraagd te zijn ter mondelinge behandeling. Een en ander is door Brabantia betwist. Geconcludeerd wordt dat van ernstig verwijtbaar handelen of nalaten van Brabantia geen sprake is.