Rechtspraak
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 31 mei 2016
ECLI:NL:GHARL:2016:4287
werknemer/Industry International BV
In het tussenarrest heeft het hof beslist op de meeste tussen werknemer en Industry International BV (hierna: Industry) bestaande geschilpunten. Het hof heeft onder meer overwogen dat werknemer aanspraak heeft op een vergoeding voor het door hem in Brunei verrichte overwerk. Het hof heeft partijen in de gelegenheid gesteld zich uit te laten over het aantal uren dat met het overwerk gemoeid is en over de hoogte van het te hanteren tarief voor het overwerk.
Het hof oordeelt in dit eindarrest als volgt. Werknemer heeft een uitgebreid overzicht in het geding gebracht, waarin hij per dag heeft aangegeven hoeveel uren hij heeft (over)gewerkt. Dit overzicht, dat sluit op 320 uren, is niet inhoudelijk door Industry bestreden. Gesteld noch gebleken is dat de door werknemer in dat overzicht verwerkte gegevens niet corresponderen met de ten aanzien van hem ingediende urenstaten. Het hof zal dan ook uitgaan van een aantal van 320 overuren. Volgens werknemer dient te worden uitgegaan van een uurtarief van € 36,71, zijn salaris per uur in Brunei, met een opslag van 50% op grond van de gebruikelijke overuurregeling uit het Handboek Personele Regelingen. De vergoeding komt dan uit op € 55,06 per uur. Industry meent dat uitgegaan dient te worden van een bedrag van € 36,42. Dat bedrag is ook een aantal malen als uitgangspunt gehanteerd bij de abusievelijke betalingen van overwerkvergoeding aan Industry, stelt zij. In het tussenarrest heeft het hof overwogen, dat nu een afwijkende afspraak niet is komen vast te staan, uitgegaan dient te worden van de overwerkregeling zoals die in genoemd Handboek is vastgelegd. In artikel 19a 12.2 van dat Handboek is vermeld dat overuren worden vergoed tegen 150%. Industry heeft niet toegelicht hoe zij bij een percentage van 150% uitkomt op een bedrag van € 36,42 per uur. Het basisuurloon zou dan € 24,28 bedragen. Uit de loonstroken van werknemer volgt echter dat hij in Brunei een uurloon van € 36,71 ontving en in Nederland van €28,85. Uitgegaan dient te worden van het uurloon in Brunei, nu het overwerk in Brunei heeft plaatsgevonden en partijen voor de periode gedurende het werk in Brunei een afwijkend uurloon zijn overeengekomen. Dat betekent dat werknemer aanspraak heeft op een overwerkvergoeding van € 17.690,20. Industry heeft aangevoerd dat indien werknemer aanspraak heeft op een vergoeding voor overwerk, op deze vergoeding in mindering moet worden gebracht de bedragen die zij, abusievelijk, al aan overwerkvergoeding heeft uitbetaald. Het betreft volgens haar 204 uren. Het staat niet ter discussie dat Industry bedragen aan werknemer heeft betaald met als overschrijving ‘overuren 0,607%’. Volgens werknemer betreft het geen overuren, maar reisuren. Het hof volgt werknemer in dat betoog, gelet op de gegevens van het hiervoor genoemde door werknemer opgestelde overzicht, waarin ook de reisuren zijn verwerkt. In het tussenarrest heeft het hof ook overwogen dat, en waarom, werknemer naast een betaling van het loon op werkdagen waarop gereisd is geen aanspraak heeft op een vergoeding voor reisuren, zodat het hof Industry volgt in haar betoog dat de desbetreffende vergoeding ten onrechte is uitbetaald. Het gaat om een bedrag van € 7.429,68 bruto. Het hof zal dit (ten onrechte) als overwerkvergoeding betaalde bedrag in mindering brengen op de verschuldigde overwerkvergoeding, zodat € 10.260,52 bruto resteert.