Naar boven ↑

Rechtspraak

werknemer/Federal Express Europe Inc.
Rechtbank Oost-Brabant (Locatie Eindhoven), 23 juni 2016
ECLI:NL:RBOBR:2016:3625

werknemer/Federal Express Europe Inc.

Passende arbeid koerier (halvering arbeidsduur) is bedongen arbeid geworden. Hoewel schriftelijke overeenkomst ontbreekt, moet het voor beide partijen zonneklaar zijn geweest dat een gewijzigde arbeidsovereenkomst is afgesloten. Re-integratie was niet (meer) aan de orde.

Werknemer is op 18 april 2000 bij FedEx in dienst getreden in de functie van koerier. Op 9 januari 2006 is werknemer een verkeersongeval overkomen waarbij hij ernstig letsel heeft opgelopen. In 2008 is hem een WIA-uitkering toegekend. Het besluit van het UWV van 31 oktober 2014 heeft geleid tot een arbeidsongeschiktheidspercentage van 18,41%. Dit betekent dat werknemer vanaf 1 januari 2015 geen WGA-uitkering meer ontvangt. Werknemer vordert de tewerkstelling in zijn eigen functie voor 40 uur per week.

De kantonrechter oordeelt als volgt. Het was kennelijk voor alle partijen duidelijk dat de beperkingen die werknemer ten gevolge van het verkeersongeval had opgelopen zwaar waren. Begin 2009 waren er drie jaar na het ongeval verlopen en kon uitsluitend een passende oplossing worden gevonden door een werktijd van 20 uur overeen te komen waarbij werknemer gedurende die 20 uur niet de volledige werkzaamheden als koerier zou verrichten. Werknemer stelt dat een en ander een tijdelijke situatie was met vooruitzicht op herstel op lange termijn, maar dat wordt door FedEx bestreden. De kantonrechter kan daarin meegaan omdat voldoende blijkt dat er geen concreet vooruitzicht was op herstel en sprake was van een ver verschiet. FedEx is van oordeel dat in 2009 een nieuwe overeenkomst is gesloten voor 20 uur per week en dat dit als de bedongen arbeidsduur heeft te gelden. In het onderhavige geval moet op grond van de omstandigheden en de afspraak tussen partijen worden geoordeeld dat een gewijzigde arbeidsovereenkomst is afgesloten. Er is in dit geval weliswaar geen schriftelijke vastlegging, maar het moet voor beide partijen zonneklaar geweest zijn dat een gewijzigde arbeidsovereenkomst is afgesloten. Er was immers sprake van een volledige arbeidsongeschiktheid voor de bedongen arbeid na verloop van ruim twee jaar en geen re-integratieverplichting meer, terwijl geen concreet uitzicht bestond op verbetering. De passende arbeid kan in dit geval worden aangemerkt als de bedongen arbeid. Een belangrijk element is de geruime tijdsduur waarin afgeweken is van de bedongen arbeid. Jarenlang is immers op gelijke wijze vorm gegeven aan de afspraak om vier uur per dag te werken. Er is daarin geen wijziging opgetreden in overleg tussen partijen. Dat bij werknemer de hoop en wens voorstond weer volledig inzetbaar te zijn is voorstelbaar, maar dat was indertijd geen reƫel perspectief en dat is het jarenlang ook niet geworden. Ook nu is dat niet onomstreden. Daaruit volgt dat er geen gerechtvaardigd vertrouwen kon zijn dat een andere overeenkomst tussen partijen gold dan de overeenkomst voor 20 uur. Werknemer wijst erop dat voor een werkgever een zwaardere maatstaf moet worden aangenomen dan voor een werknemer bij het beroep dat de bedongen arbeid een wijziging heeft ondergaan. De voorwaarde van een duidelijke wilsuiting kan worden verlangd. Daarvan is naar het oordeel van de kantonrechter in het onderhavige geval voldoende sprake. Ten onrechte stelt werknemer dat lichtvaardig door FedEx aangenomen is dat de wijziging van de arbeidsduur niet in het kader van de re-integratie heeft plaatsgevonden. Tussen partijen was op dat moment helder dat er geen re-integratie als zodanig aan de orde was. Weliswaar was de gedachte dat er wellicht herstel zou kunnen optreden maar voor beide partijen was duidelijk dat dit geruime tijd in beslag zou nemen. In die omstandigheden kan gebillijkt worden dat geen formele, schriftelijke, vastlegging heeft plaatsgevonden, nu voor beide partijen duidelijk was althans moest zijn dat geen sprake was van (voortzetting van) een re-integratie. Volgt afwijzing van de vordering.