Rechtspraak
Rechtbank Overijssel (Locatie Zwolle), 21 juli 2016
ECLI:NL:RBOVE:2016:2919
Stichting Het Goed Vestiging Deventer/werkneemster
Werkneemster is in dienst van Het Goed als algemeen medewerker. Het Goed exploiteert een kringloopwinkel en handelt in tweedehandsgoederen. Bij Het Goed zijn (onder meer) Regels bij het Goed omtrent aankopen door medewerkers (hierna: de Regels) van toepassing. Werkneemster heeft op 30 oktober 2014 deze Regels uitdrukkelijk aanvaard. Werkneemster heeft de prijs van een tweedehandsfiets, die zij voor haar dochter wilde kopen, in overleg met collega A afgeprijsd van € 50 naar € 20. Gelet op deze gang van zaken verzoekt Het Goed ontbinding wegens verwijtbaar handelen.
De kantonrechter oordeelt als volgt. Nog niet geprijsde artikelen kunnen volgens de Regels worden gereserveerd, nadat de ‘bedrijfsleider of bevoegde leidinggevende’ heeft bepaald wat de waarde en de prijs van het gereserveerde artikel is, aldus artikel 4. De woorden bevoegde leidinggevende zijn daarbij onderstreept, kennelijk om te benadrukken dat het om een bevoegd functionaris moet gaan. In het algemeen geldt dat indien een werknemer een aankoop ten behoeve van zichzelf in de winkel van zijn werkgever wil doen waarbij de prijs nog moet worden vastgesteld of hij een lagere prijs of korting wil bedingen, hij overleg met een daartoe bevoegd functionaris moet voeren. Dat geldt ook als daarvoor niet uitdrukkelijk een regel is gesteld. Een klant, en dus ook een werknemer die klant is, mag uiteraard niet zelf een prijs of korting bepalen. In het onderhavige geval heeft werkneemster een korting ten behoeve van zichzelf bedongen door middel van het afprijzen van de fiets. Zij had dus te allen tijde, ook indien bedoelde Regels niet bestonden, overleg met een daartoe bevoegd functionaris moeten voeren. Aan deze eis heeft werkneemster niet voldaan. Van belang is dat werkneemster heeft verklaard dat de fiets voorafgaand aan de zaterdag gedurende ongeveer een week in de winkel heeft gestaan en dat zij al die tijd de fiets ten behoeve van zichzelf had gereserveerd. De prijs van de fiets was reeds vastgesteld op € 50. Werkneemster had, nu zij in de desbetreffende week heeft gewerkt, in die week overleg met haar direct leidinggevende, C, dan wel E, dan wel D, de bedrijfsleider, kunnen voeren en behoren te voeren. X heeft niet mogen aannemen dat A bevoegd was namens haar werkgever de prijs van de fiets (opnieuw) te bepalen. Weliswaar heeft werkneemster zich niet aan diefstal of verduistering schuldig gemaakt, maar haar handelwijze staat economisch gezien daaraan wel gelijk. Zij heeft haar werkgever voor een bedrag van € 24 (€ 50 - 20% korting - € 16) benadeeld. Dat kan niet als een bagatelkwestie worden afgedaan, mede vanwege de prijzen die Het Goed hanteert. De arbeidsovereenkomst wordt wegens verwijtbaar handelen ontbonden. Het Goed is bereid een transitievergoeding te betalen. Die vergoeding is door de kantonrechter berekend en toegekend (€ 3.130 bruto), omdat partijen over de hoogte ervan van mening verschillen.