X/The Greenery BV

D.K.A. heeft een uitzendbureau en stelt arbeidskrachten ter beschikking. The Greenery BV is middellijk (door middel van Jover Beheer B.V.) enig aandeelhoudster en bestuurster van Jover Logistics B.V. (hierna: Jover). Op 5 oktober 2009 is tussen D.K.A. en Jover een overeenkomst gesloten. Op grond van deze overeenkomst heeft D.K.A. gedurende enkele jaren aan Jover arbeidskrachten ter beschikking gesteld. Bij brief van 2 september 2013 heeft The Greenery BV aan D.K.A. geschreven de samenwerking te beëindigen met ingang van 1 oktober 2013. X vordert een verklaring voor recht dat de overeenkomst tussen partijen op 5 februari 2014 dan wel na 31 december 2013 is geëindigd, dat The Greenery BV toerekenbaar tekort is geschoten in de nakoming van haar contractuele verplichtingen, althans onrechtmatig heeft gehandeld en dat The Greenery BV daardoor schadeplichtig is geworden. Voorts vordert X dat The Greenery BV wordt veroordeeld tot betaling aan D.K.A. van een bedrag van € 73.744,56 dan wel € 52.944,81. De rechtbank heeft in het vonnis waarvan beroep de vorderingen van D.K.A. afgewezen en haar in de proceskosten veroordeeld. X komt tegen dit vonnis in hoger beroep. X duidt zich aan als rechtsopvolger van D.K.A.

Het hof oordeelt als volgt. X stelt dat de aanspraken van D.K.A. jegens The Greenery BV op haar zijn overgegaan, maar zij concretiseert en verduidelijkt dat volstrekt onvoldoende. De tegen The Greenery BV uit te oefenen rechten moeten op grond van artikel 3:94 lid 1 BW worden geleverd door een daartoe bestemde akte én mededeling daarvan aan The Greenery BV door D.K.A. of X. Uit de stellingen en stukken volgt geenszins van een tot levering van die aanspraken tussen D.K.A. als vervreemder en X als verkrijger opgemaakte en bestemde akte. X verwijst naar een leveringsakte, maar dat is een tussen X als verkoper en B als koper opgemaakte akte, bestemd tot verkoop en levering van aandelen D.K.A. Dat X in het kader van die aandelenverkoop overeenkwam dat B vanaf 10 januari 2015 gerechtigd is tot alle uitkeringen die D.K.A. op die aandelen zal doen behalve voor zover D.K.A. dergelijke uitkeringen zal doen uit hoofde van de onderhavige rechtszaak, vormt het nog geen tussen D.K.A. en X opgemaakte akte, bestemd tot levering van tegen The Greenery BV uit te oefenen rechten. Nu X bovendien niet toelicht en verduidelijkt dát, wanneer of zelfs maar hoe mededeling van de gepretendeerde cessie aan The Greenery BV is gedaan, is ook aan het tweede constitutieve vereiste voor levering van de tegen The Greenery BV uit te oefenen aanspraken of vorderingen door D.K.A. aan X niet voldaan. Reeds gelet op het voorgaande kan X niet als (gepretendeerd) rechtsopvolger van D.K.A. in hoger beroep komen van het tussen D.K.A. en The Greenery BV gewezen bestreden vonnis en komt het hof aan een beoordeling van de grieven niet toe.