Rechtspraak
werknemer/UWV
Verzekerde ontvangt sinds medio 1997 een uitkering ingevolge de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering (hierna: de uitkering), berekend naar een mate van arbeidsongeschiktheid van 80 tot 100%. Begin 2011 heeft het UWV verzekerde desgevraagd bericht dat hij met behoud van de uitkering naar Oekraïne kon verhuizen (hierna: de mededeling). De mededeling is ook schriftelijk door het UWV bevestigd. Verzekerde is vervolgens met zijn partner vanuit Turkije – waar hij op dat moment woonde – naar Oekraïne verhuisd. Bij brief van 19 juni 2012 heeft het UWV verzekerde bericht dat de mededeling onjuist is geweest, nu tussen Nederland en Oekraïne geen verdragsrelatie bestaat op het gebied van sociale zekerheid of handhaving en in dat geval export van uitkering niet is toegestaan. Het UWV heeft verzekerde in genoemde brief voorts geschreven – zakelijk weergegeven – dat hij uit oogpunt van coulance tot 1 januari 2013 de uitkering in Oekraïne zou blijven ontvangen, maar dat nadien de uitkering alleen nog zou plaatsvinden als verzekerde zich weer in Nederland of enig verdragsland zou hebben gevestigd. Verzekerde en zijn partner hebben zich begin 2013 in België gevestigd. In deze procedure vorderde verzekerde in eerste aanleg, zich op het standpunt stellend dat het UWV onrechtmatig heeft gehandeld door de mededeling in te trekken terwijl bij hem het vertrouwen was gewekt dat hij in Oekraïne kon gaan en blijven wonen, aan schade (a) een bedrag van in totaal (niet € 214.640 maar) € 214.440 ter zake van kosten verband houdende met de verhuizingen (€ 17.480) en het verschil in levensstandaard tussen Oekraïne en België gedurende twintig jaar (€ 197.160), (b) een bedrag van € 20.000 ter zake van aan het vertrek uit Oekraïne gespendeerd spaargeld, met daarover misgelopen rente van 10%, (c) en bedrag van € 30.000 ter zake van immateriële schade en (d) een bedrag van € 800 aan kosten van een opgesteld schaderapport. De rechtbank heeft de vorderingen van verzekerde alle afgewezen.
Het hof oordeelt als volgt. Dat UWV een fout heeft gemaakt staat vast. Het vorenstaande betekent dat verzekerde de schade kan claimen die in causaal verband staat met de foute mededeling en met name niet ook schade als gevolg van het feit dat hij ervoor heeft gekozen vanaf 1 januari 2013 niet langer – alsdan zonder uitkering – in Oekraïne te wonen. Reeds op die grond zijn de schadeposten ad € 367.863 (bedrag gelijk aan WAO-uitkering vanaf 1 januari 2013 tot aan pensioengerechtigde leeftijd) alsook de subsidiaire vordering ad € 197.160 (verschil kosten van levensonderhoud tussen Oekraïne en België) niet toewijsbaar. Wel toewijsbaar zijn de kosten van verhuizing als gevolg van de (foute) mededeling. Wat verzekerde zou hebben gedaan als hem niet was verteld dat hij met behoud van de uitkering naar Oekraïne kon verhuizen is onduidelijk en het hof gaat ervan uit dat dit ook niet meer op te helderen valt. Op zich maakt het voor wat betreft bedoelde schade uit of verzekerde dan in Turkije (waar zijn vrouw woonachtig was) was gebleven of dat hij dan op enig moment vandaar naar België of een ander verdragsland was vertrokken. Het hof is van oordeel dat bedoelde onduidelijkheid voor rekening van het UWV dient te komen en zal er daarom van uitgaan dat verzekerde, als hij (direct) juist was geïnformeerd, niet uit Turkije zou zijn vertrokken. Dit betekent dat zowel de kosten van de verhuizing naar Oekraïne als die naar België als schade hebben te gelden.