Naar boven ↑

Rechtspraak

werkneemster/Uitzendbureau Heerenveen B.V., tevens handelend onder de naam Olympia Uitzendbureau
Rechtbank Noord-Nederland (Locatie Leeuwarden), 24 augustus 2016
ECLI:NL:RBNNE:2016:4212

werkneemster/Uitzendbureau Heerenveen B.V., tevens handelend onder de naam Olympia Uitzendbureau

Schending aanzegverplichting. Vakantiebijslag wordt op grond van Besluit loonbegrip vergoeding aanzegtermijn en transitievergoeding buiten beschouwing gelaten bij vaststelling verschuldigde aanzegvergoeding.

Werkneemster is op 22 juni 2015 als Backoffice Medewerkster in dienst getreden van Olympia voor de duur van elf maanden. De arbeidsovereenkomst is na 22 mei 2016 niet voortgezet. Werkneemster vordert betaling van een maandsalaris wegens het niet nakomen van de aanzegverplichting als bedoeld in artikel 7:668 lid 1 onderdeel a BW.

De kantonrechter oordeelt als volgt. Uit de inhoud van een brief en de omstandigheid dat Olympia daadwerkelijk nog bedragen aan werkneemster heeft nabetaald, wordt afgeleid dat Olympia de vordering van werkneemster erkent. Dit leidt ertoe dat de kantonrechter de door werkneemster gevorderde vergoeding volgens artikel 7:668 lid 3 BW vanwege de aanzegtermijn en de vergoeding vanwege opgebouwde, maar niet genoten vakantiedagen, totaal een bedrag van bruto € 4.019,33, zal toewijzen, met de navolgende kanttekeningen. Volgens artikel 2 lid 1 van het Besluit loonbegrip vergoeding aanzegtermijn en transitievergoeding wordt voor de toepassing van artikel 7:668 lid 3 BW onder loon verstaan het bruto uurloon vermenigvuldigd met de overeengekomen arbeidsduur per maand. Vakantiebijslag wordt daarbij buiten beschouwing gelaten. Toegewezen vanwege de aanzegvergoeding zal daarom worden een bedrag van bruto € 2.385, zijnde het reguliere maandsalaris. Voorts is gebleken dat Olympia na einde dienstverband nog een viertal, niet gespecificeerde bedragen aan werkneemster heeft betaald, volgens opgave van werkneemster totaal € 3.158,39 netto. Mede gelet op de inhoud van de brief van Olympia moeten deze betalingen geacht worden betrekking te hebben op de financiële afwikkeling van het dienstverband en daarmee op de vordering van werkneemster. Dit brengt met zich dat Olympia de door haar betaalde bedragen kan verrekenen met de aan werkneemster toe te wijzen bedragen, voor zover de door Olympia na einde dienstverband verrichte betalingen strekten tot voldoening daarvan.