Naar boven ↑

Rechtspraak

Twente Milieu N.V./werknemer
Rechtbank Overijssel (Locatie Enschede), 29 december 2016
ECLI:NL:RBOVE:2016:5200

Twente Milieu N.V./werknemer

Meenemen van dvd uit afvalcontainer door medewerker afvalbrengpunt levert ernstig verwijtbaar handelen op. Schending integriteitsregeling werkgever. Werknemer was een meer dan gewaarschuwd man, door eerder opgelegde maatregel. Ontbinding op korte termijn en zonder vergoeding.

Werknemer is in 1990 bij de rechtsvoorganger van Twente Milieu N.V. (hierna: Twente Milieu) in dienst getreden. De laatste functie die werknemer vervulde is die van medewerker afvalbrengpunt. Eind 1999 is een aantal medewerkers van Twente Milieu, waaronder werknemer, disciplinaire maatregelen opgelegd. De reden hiervoor was dat meerdere medewerkers zich schuldig hadden gemaakt aan de verduistering van oud ijzer op de afvalverzamelpunten van Twente Milieu om dit vervolgens voor eigen gewin te verkopen. Begin 2003 is binnen Twente Milieu het nieuwe integriteitsbeleid bekend gemaakt. Daarin is onder meer opgenomen dat aangeboden en ingezamelde goederen eigendom van Twente Milieu zijn en in geen geval voor eigen gebruik of verhandeling mogen worden meegenomen. Twente Milieu verzoekt thans ontbinding van de arbeidsovereenkomst met werknemer vanwege ernstig verwijtbaar handelen. Ter onderbouwing daarvan heeft Twente Milieu gesteld dat werknemer ernstig verwijtbaar heeft gehandeld, door een led-lamp en een dvd uit de vuilcontainer te halen. Dit waren spullen die ter afval waren aangeboden en daarmee heeft werknemer zich schuldig gemaakt aan een grove schending van het integriteitsbeleid zoals dat gevoerd wordt door Twente Milieu.

De kantonrechter oordeelt als volgt. Ter onderbouwing van de stelling van Twente Milieu dat sprake is van ernstig verwijtbaar handelen van werknemer heeft Twente Milieu camerabeelden in het geding gebracht, welke ter zitting getoond zijn. Op basis van hetgeen op de camerabeelden te zien is, acht de kantonrechter voldoende bewezen dat werknemer een dvd of een daarop gelijkend voorwerp uit de container heeft gehaald en vervolgens mee heeft genomen om zelf te houden. Of werknemer zich ook nog een led-lamp heeft toegeëigend kan in het midden blijven. Immers, met het meenemen c.q. toe-eigenen van een dvd of een op daarop gelijkend voorwerp is voldoende komen vast te staan dat werknemer de integriteitsregeling, zoals die binnen Twente Milieu van toepassing is, geschonden heeft. Vervolgens dient de vraag te worden beantwoord of die schending een redelijke grond oplevert voor ontbinding, zoals bedoeld in artikel 7:669 lid 3 onderdeel e BW. Uit de parlementaire behandeling van de WWZ komt naar voren dat een werknemer die door handelen in strijd met kenbare gedragsregels van de organisatie het vertrouwen van zijn werkgever in hem ernstig heeft beschaamd, geacht kan worden ernstig verwijtbaar te hebben gehandeld (zie o.m. Kamerstukken II 2013/14, 33818, 7, p. 80-81). Daarvan is naar het oordeel van de kantonrechter in dit geval evident sprake. Van belang daarbij wordt ook geacht dat hier geen sprake van een eenmalige fout van een werknemer die verder een brandschoon verleden heeft, maar juist van een handelen van een werknemer, gelinkt aan de ‘oud ijzer-affaire van 1999’ en wiens toenmalige gemachtigde destijds Twente Milieu expliciet verzocht heeft duidelijke en werkbare aanvullende instructies op te stellen ten behoeve van de werkvloer. Werknemer was, door de eerder opgelegde disciplinaire maatregel een meer dan gewaarschuwd man en hij wist, althans hij had kunnen weten wat hem te wachten stond met het toe-eigenen van aan Twente Milieu behorend afval, namelijk in het ernstigste geval een ontslag op staande voet. Uit het voorgaande volgt dat sprake is van een voldragen e-grond. Herplaatsing ligt dan ook niet in de rede. Het verzoek tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst wordt toegewezen met ingang van 1 januari 2017. Omdat het eindigen van de arbeidsovereenkomst het gevolg is van ernstig verwijtbaar handelen van werknemer is op grond van artikel 7: 673 lid 7 onderdeel c BW geen transitievergoeding verschuldigd.