Rechtspraak
Gerechtshof Den Haag (Locatie 's-Gravenhage), 17 januari 2017
ECLI:NL:GHDHA:2017:33
N.V. HVC Afval- en Grondstoffeninzameling Drechtsteden/werknemer
Feiten
Werknemer is bij HVC gedetacheerd geweest in de functie van medewerker overslag. Hij werkte als zodanig niet in de milieustraat zelf, maar in een hal op het terrein van HVC waar de containers uit de milieustraat worden geleegd en de aan HVC overgedragen goederen worden gesorteerd en gedemonteerd. Werknemer was verantwoordelijk voor het sorteren en demonteren van elektronische apparatuur. Medewerkers die zich bezighouden met het demonteren van elektronische apparatuur hebben van HVC specifieke instructies gekregen: elektronische apparaten worden gesorteerd in hoofdstromen en kabels, batterijen, cartridges en toners moeten worden verwijderd, waartoe de apparaten veelal moeten worden geopend. Eind februari dan wel begin maart 2015 heeft werknemer in een printer die naar de milieustraat was gebracht vier enveloppen aangetroffen met daarin totaal € 15.100. Na overdenken heeft werknemer op 9 maart 2015 bij de gemeente Zwijndrecht aangifte gedaan van hetgeen hij had aangetroffen. Op 12 maart 2015 heeft hij het gemeld aan de meewerkend voorman van HVC. HVC heeft werknemer opdracht gegeven de enveloppen met geld aan haar te overhandigen. Werknemer heeft dat geweigerd, waarna HVC tegen hem aangifte heeft gedaan van verduistering in dienstbetrekking. HVC vordert primair restitutie van de vier enveloppen met als inhoud € 15.100. De rechtbank heeft – samengevat – geoordeeld dat de eigenaar van het geld niet de bedoeling heeft gehad afstand van het geld te doen, zodat het geld als verloren zaak moet worden beschouwd en dat werknemer degene is die het geld heeft gevonden en heeft gedaan wat op grond van artikel 5:5 lid 1 BW van een vinder van een onbeheerde zaak wordt verwacht. In hoger beroep heeft HVC de grondslag van de vordering echter uitgebreid met de stelling dat, anders dan de rechtbank oordeelde, niet werknemer maar HVC als vinder in de zin van artikel 5:5 BW heeft te gelden, aangezien werknemer de werkzaamheden waarbij hij de enveloppen heeft aangetroffen, heeft uitgevoerd in opdracht van HVC.
Oordeel gerechtshof - wie is vinder van geld artikel 5:5 BW
Het enkele feit dat HVC aan werknemer werkzaamheden heeft opgedragen waardoor deze het verborgen geld ontdekte, is niet voldoende om HVC als vinder van de enveloppen aan te merken. Aan werknemer is immers geen opdracht gegeven om verloren zaken te zoeken. Het hof acht echter wel van belang de aard van het bedrijf waarin en waarvoor de werkzaamheden werden verricht, alsmede de aard van de werkzaamheden zelf en de omgeving waarin die werden verricht. In het afvalverwerkingsbedrijf HVC is aan werknemer opgedragen om, in een afgesloten ruimte die in beheer was bij HVC, apparaten van HVC te demonteren. Voor een printer betekent dit: demontage teneinde daaruit kabels, batterijen, cartridges en toners te verwijderen. Onder deze omstandigheden was het onontkoombaar dat werknemer bij de uitvoering van zijn werkzaamheden voor HVC de in de printer verborgen enveloppen aantrof. Dat berustte niet op toeval. Elke willekeurige andere medewerker van HVC met dezelfde opdracht van HVC zou de enveloppen daar in de printer hebben aangetroffen. Toeval is dat, nadat de printer bij HVC is afgeleverd, werknemer degene was die deze printer demonteerde. In dit specifieke geval is naar het oordeel van het hof daarom HVC als vinder van de enveloppen aan te merken. Dat HVC als vinder heeft te gelden, geeft haar echter nog niet het recht het geld te revindiceren. Hoewel inmiddels meer dan een jaar is verstreken sedert het aantreffen van de enveloppen verkrijgt ingevolge artikel 5:6 BW alleen de vinder die aan de hem in artikel 5:5 lid 1 BW gestelde eisen heeft voldaan de eigendom van de zaak één jaar na de in laatstgenoemd artikel bedoelde aangifte bij de gemeente. Gesteld noch gebleken is dat HVC aan de eisen van artikel 5:5 lid 1 BW heeft voldaan. Zij heeft geen aangifte van de vondst gedaan maar zich ten onrechte steeds op het standpunt gesteld dat zij eigenaar van het geld is. Zij heeft dus ook ten onrechte aangifte tegen werknemer gedaan van verduistering in dienstbetrekking. Resteert beantwoording van de vraag of de conclusie dat HVC vinder van de enveloppen met geld is, kan leiden tot toewijzing van de gevorderde restitutie. Het hof beantwoordt die vraag bevestigend. De vinder kan de gevonden zaak onder zich houden of aan de gemeente in bewaring geven. Werknemer, die zichzelf als vinder beschouwde, en op grond daarvan de enveloppen met geld in bezit heeft genomen, dient de vondst aan de vinder terug te geven die de vondst dan voor de eigenaar kan beheren.