Naar boven ↑

Rechtspraak

werknemer/Olympia Uitzendbureau B.V.
Rechtbank Limburg (Locatie Roermond), 15 februari 2017
ECLI:NL:RBLIM:2017:1265

werknemer/Olympia Uitzendbureau B.V.

Werknemer heeft loonvordering onvoldoende onderbouwd, zodat deze wordt afgewezen.

Feiten

Werknemer was vanaf 25 juli 2011 op basis van een uitzendovereenkomst met Olympia tewerkgesteld bij G4S Fire & Safety als brandwacht. De uitzendovereenkomst is in augustus 2014 geëindigd. Werknemer vordert betaling van € 12.151,25 netto als achterstallig loon.

Oordeel

Naar het oordeel van de kantonrechter biedt het door werknemer overgelegde overzicht onvoldoende steun voor de stelling dat hij nog een loonaanspraak heeft op Olympia. Werknemer heeft op geen enkele wijze onderbouwd dat de door hem geclaimde (gemiste) reisuren daadwerkelijk zijn gemaakt of dat hij op zijn minst voldoet aan de voorwaarden die worden gesteld in de bedrijfsovereenkomst van G4S om voor uitkering van die reisuren in aanmerking te komen. Dit geldt onverkort ook voor de maaltijdvergoedingen, waarbij ook nog eens meeweegt dat Olympia onbetwist heeft gesteld dat zij aan werknemer wél maaltijdvergoedingen heeft betaald. Werknemer heeft nagelaten om onderbouwd te stellen dat hij niettemin aanspraak heeft op meer of een hogere vergoeding. Ten aanzien van de scheidingstoelage geldt ook dat werknemer onvoldoende feiten heeft gesteld ter onderbouwing van zijn vordering. Tijdens de comparitie van partijen heeft werknemer op grond van artikel 22 Rv verzocht om Olympia de boekingen die betrekking hebben op de overnachtingen over te laten leggen. De kantonrechter passeert dit verzoek. Het had op de weg van werknemer gelegen om zijn stellingen nader te onderbouwen door bijvoorbeeld te stellen op welke data zijn vordering betrekking had. De vordering van werknemer wordt afgewezen.