Rechtspraak
Rechtbank Limburg (Locatie Maastricht), 9 maart 2017
ECLI:NL:RBLIM:2017:2220
werknemer/Woningstichting Heemwonen
Feiten
Werknemer is op 11 augustus 2014 op grond van een schriftelijke arbeidsovereenkomst in dienst van Heemwonen getreden in de functie van Senior Projectleider. De arbeidsovereenkomst is aangegaan voor de duur van één jaar. Aansluitend hebben partijen een tweede arbeidsovereenkomst gesloten voor dezelfde duur en dezelfde functie. De tweede arbeidsovereenkomst vermeldt dat deze van rechtswege eindigt op 10 augustus 2016. Bij brief van 16 juni 2016 heeft Heemwonen werknemer schriftelijk geïnformeerd (aangezegd) dat de arbeidsovereenkomst niet zou worden verlengd en van rechtswege zou eindigen op 10 augustus 2016, onder uitdrukkelijke vermelding ‘dat 10 augustus 2016 je laatste werkdag is’. Kern van het geschil tussen partijen betreft de vraag of werknemer recht heeft op een transitievergoeding. Werknemer stelt van wel, omdat de arbeidsovereenkomsten tezamen 24 maanden hebben geduurd. Heemwonen heeft dit betwist enerzijds met de stelling dat de arbeidsovereenkomst minder dan twee jaar geduurd heeft en anderzijds met het argument dat er eerst recht bestaat op een transitievergoeding als de arbeidsovereenkomst langer dan twee jaar geduurd heeft.
Oordeel
Arbeidsovereenkomst heeft precies 24 maanden geduurd
De stellingen van Heemwonen ten aanzien van de totale duur van de twee elkaar opvolgende arbeidsovereenkomst zijn niet consistent. Zo heeft zij aangevoerd dat de totale duur minder dan twee jaar is geweest, maar heeft zij wel erkend dat de arbeidsovereenkomst op 10 augustus 2016 is geëindigd. Het lijkt erop dat zij het standpunt huldigt dat, als de arbeidsovereenkomst is geëindigd op 10 augustus 2016, 9 augustus 2016 de laatste dag van de eenmaal verlengde arbeidsovereenkomst is geweest. Dit standpunt is onjuist. De laatste dag van de arbeidsovereenkomst is 10 augustus 2016 geweest. Van een andere bedoeling tussen partijen is niets gebleken op dit punt. Aangezien onbetwist is dat de (eerste) arbeidsovereenkomst is aangevangen op 11 augustus 2014, staat dus vast dat de arbeidsovereenkomst exact 24 maanden geduurd heeft.
Wetsgeschiedenis
Ingevolge artikel 7:673 lid 1 BW is de werkgever aan de werknemer een transitievergoeding verschuldigd indien (voor zover hier van belang) de arbeidsovereenkomst ten minste 24 maanden geduurd heeft. Taalkundig kan deze bepaling niet anders uitgelegd worden dan dat er recht bestaat op een transitievergoeding indien de arbeidsovereenkomst 24 maanden of langer geduurd heeft. Heemwonen heeft met een beroep op de wetsgeschiedenis, het systeem van de wet, jurisprudentie en ‘de berekeningstool van DAS’ betoogd dat desondanks eerst recht bestaat op een transitievergoeding als de arbeidsovereenkomst langer dan 24 maanden geduurd heeft. In de parlementaire stukken waar Heemwonen (te selectief) uit citeert (o.a. Kamerstukken II 2013/14, 33818, 3, p. 38; Kamerstukken II 2013/04, 33818, 7 en Kamerstukken I 2013/14, 3818 C, p. 11) zijn voorts diverse passages te vinden waaruit juist overduidelijk blijkt dat is beoogd wettelijk vast te leggen dat bij een arbeidsovereenkomst van 24 maanden of langer de werknemer recht heeft op een transitievergoeding (Kamerstukken II 2013/04, 33818, 7, p. 73 (NV II)).
Jurisprudentie
Werknemer heeft recht op een transitievergoeding aangezien de arbeidsovereenkomst met Heemwonen exact en dus ten minste 24 maanden geduurd heeft. De jurisprudentie waar Heemwonen een beroep op heeft gedaan, leidt niet tot een ander oordeel. De kantonrechter van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant (zittingsplaats Breda) overweegt in de door Heemwonen aangehaalde beschikking van 30 juni 2016 (zie AR 2016-0728) ten onrechte dat in artikel 7:673 lid 1 BW is bepaald dat recht bestaat op een transitievergoeding indien de arbeidsovereenkomst ‘langer dan 24 maanden’ geduurd heeft. Dit is een onjuiste parafrasering van dit artikellid. Ook de kantonrechter van de Rechtbank Amsterdam gaat in de beschikking van 30 augustus 2017 [red.: bedoeld zal zijn 2016] uit van een onjuiste lezing van hetgeen in artikel 7:673 lid 1 BW is bepaald. Het beroep van Heemwonen op ‘de berekeningstool van DAS’ leidt evenmin tot een ander oordeel. Het verzoek van werknemer dient beoordeeld te worden op grond van de wet. Het gegeven dat een ‘berekeningstool’ zo is geprogrammeerd dat pas bij een arbeidsovereenkomst die 24 maanden en een dag geduurd heeft, wordt geconcludeerd dat recht bestaat op een transitievergoeding, is voor die beoordeling niet relevant. Heemwonen wordt veroordeeld tot betaling van de transitievergoeding van € 3274,56.