werknemer/Kozijnen Inkoop.nl B.V.

Feiten

Werknemer is op 21 maart 2016 bij werkgeefster in dienst getreden voor bepaalde tijd, namelijk zes maanden en één dag. Bij brief van 30 januari 2017 heeft werkgeefster aan werknemer kenbaar gemaakt dat het dienstverband niet zou worden verlengd en dat dit dan ook zou eindigen op 5 maart 2017. Kern van het geschil tussen partijen betreft de vraag of een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd is ontstaan.

Oordeel

Werkgeefster heeft ter zitting gesteld dat zij met werknemer had afgesproken dat werknemer binnen drie à vier dagen aan werkgeefster zou laten weten of hij het aanbod van werkgeefster al dan niet wilde aanvaarden en dat werknemer vervolgens niets heeft laten weten. Werknemer, die ter zitting niet aanwezig was, heeft deze stelling niet weersproken, zodat voorshands moet worden uitgegaan van deze stelling, nu ook uit de stukken niet van het tegendeel is gebleken. Werkgeefster heeft voorts ter zitting gemotiveerd gesteld dat de zondag nadat de e-mail van 22 augustus 2016, met daarin het aanbod, was verstuurd, zich een incident met werknemer had voorgedaan wat haar heeft doen besluiten het aanbod bij brief van 29 augustus 2016 weer te herroepen. Volgens werkgeefster zijn partijen vervolgens weer met elkaar in gesprek getreden, waarbij werkgeefster aan werknemer heeft aangegeven hem ‘een laatste kans’ te willen geven. Partijen hebben om die reden op 31 augustus 2016 een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd gesloten om te kijken hoe het verder zou gaan. Werknemer heeft dit alles niet weersproken. Werkgeefster heeft ter zitting een sms-bericht van werknemer getoond, waarin werknemer werkgeefster daarvoor heeft bedankt. Het bericht luidt letterlijk: ‘Nog bedankt dat ik nog een jaarcontract krijg.’ Werknemer heeft onvoldoende aannemelijk gemaakt dat tussen partijen een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd tot stand is gekomen. Het moet er dan ook voorshands voor worden gehouden dat werknemer laatstelijk bij werkgeefster in dienst was op basis van een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd. Werknemer heeft zich ter zitting op het standpunt gesteld dat deze verlengde arbeidsovereenkomst eindigt op 21 maart 2017. Werkgeefster heeft daarop aangegeven zich met dit standpunt te kunnen verenigen. Het gevorderde loon/ziekengeld zal daarom worden toegewezen tot en met die datum, met dien verstande dat het daarbij gaat om toewijzing van brutobedragen, nu uit de stukken blijkt dat het maandloon, inclusief vakantiegeld ad € 1750 een brutobedrag is.