Rechtspraak
Rechtbank Rotterdam (Locatie Rotterdam), 20 maart 2017
ECLI:NL:RBROT:2017:2129
Apotheek Walenburg B.V./werknemer
Feiten
Werknemer is in dienst van Apotheek Walenburg B.V. (hierna: Walenburg). Het oorspronkelijke verzoek van Walenburg strekt ertoe de arbeidsovereenkomst met werknemer op grond van het bepaalde in artikel 7:685 (oud) BW te ontbinden. In het herziene verzoek heeft Walenburg verzocht de arbeidsovereenkomst met werknemer op grond van artikel 7:671b BW te ontbinden op grond van de e-, de g-, dan wel de h-grond, voor zover de arbeidsovereenkomst tussen partijen nog mocht bestaan. Werknemer heeft onder meer aangevoerd dat Walenburg niet-ontvankelijk moet worden verklaard in haar verzoek.
Oordeel
De door Walenburg in het oorspronkelijke verzoek primair gestelde dringende reden en subsidiair gestelde verandering van omstandigheden zijn thans geen bestaande gronden voor ontbinding van de arbeidsovereenkomst. Dit heeft tot gevolg dat het oorspronkelijke verzoek moet worden aangemerkt als een verzoek op nader aan te voeren gronden. Ingevolge artikel 2.2.5 van het Procesreglement verzoekschriftprocedures rechtbanken, kantonzaken (hierna: Procesreglement) – welk artikel specifiek betrekking heeft op verzoeken met betrekking tot het einde van de arbeidsovereenkomst – wordt een verzoekschrift uitsluitend op nader aan te voeren gronden niet-ontvankelijk verklaard. Dit heeft tot gevolg dat het oorspronkelijke verzoek niet-ontvankelijk wordt verklaard. Nu het oorspronkelijke verzoek geen gronden bevat, kan dat verzoek ook niet worden verbeterd, aangevuld of verduidelijkt zoals bedoeld in artikel 1.2.7 Procesreglement. Evenmin kan op grond van artikel 283 Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering de gronden worden veranderd, immers, het oorspronkelijke verzoek bevat geen bestaande gronden. Het herziene verzoek heeft dan ook niet tot gevolg dat Walenburg alsnog ontvankelijk moet worden verklaard in haar verzoek. Volgt niet-ontvankelijkverklaring van Walenburg.