werknemer/Connexxion Taxi Services B.V.

Feiten

Werknemer is sinds 30 maart 2011 bij Connexxion Taxi Services B.V. (hierna: Connexxion) in dienst, laatstelijk in de functie van taxichauffeur. Het rijbewijs van werknemer was geldig tot 23 oktober 2016. Sinds 4 mei 2015 is werknemer arbeidsongeschikt. Vanaf 29 augustus 2016 heeft werknemer zijn werkzaamheden gestart in volledige uren aangepast eigen werk. Connexxion heeft de loonbetalingsverplichting van werknemer stopgezet per 24 oktober 2016, omdat het rijbewijs van werknemer was verlopen en hij zijn werk als chauffeur derhalve niet kon uitoefenen. Werknemer is sinds 17 januari 2017 in het bezit van een geldig rijbewijs. Connexxion heeft de loonstop per deze datum beëindigd. Werknemer vordert doorbetaling van loon vanaf 24 oktober 2016 tot 16 januari 2016.

Oordeel

Tussen partijen staat vast dat bekend was dat het rijbewijs van werknemer zou verlopen op 23 oktober 2016 en dat werknemer op 29 oktober 2015 tijdig een Eigen Verklaring (in verband met zijn diabetes) bij het CBR heeft ingediend. Ook staat tussen partijen vast dat werknemer, omdat hij diabetespatiënt is, diende te worden herkeurd door de arts van het CBR. Deze herkeuring heeft op 11 juli 2016 plaatsgevonden. Volgens Connexxion had dit eerder kunnen plaatsvinden, omdat werknemer niet was verschenen op oproepen van het CBR in februari, maart en mei 2016. Werknemer heeft betwist deze oproepen ontvangen te hebben. Gelet op het feit dat werknemer in die periode was opgenomen in een behandelcentrum, kon hem in redelijkheid niet worden tegengeworpen dat hij niet op de oproepen heeft gereageerd. Er wordt daarom voorshands van uitgegaan dat het niet aan werknemer is te wijten dat de herkeuring eerst op 11 juli 2016 heeft plaatsgevonden. Verder staat vast dat het CBR nadere informatie nodig had van de psycholoog van werknemer. Uit een e-mail van de psycholoog van 6 september 2016 kan worden afgeleid dat werknemer aan de psycholoog herhaalde malen heeft verzocht de informatie door te sturen. Werknemer had psychische problemen waardoor hij niet in staat was zijn zaken behoorlijk te regelen. Dit was bij Connexxion bekend. Gelet hierop had het op de weg van Connexxion gelegen om, nu de afgifte van het advies op zich liet wachten, werknemer er duidelijk op te wijzen dat voor de voortgang van de herkeuring informatie van de specialist noodzakelijk is, dan wel hem moeten bijstaan bij het regelen daarvan. Niet is gebleken dat Connexxion daaraan na 11 juli 2016 heeft voldaan. De kantonrechter acht het daarom aannemelijk dat de rechter in een bodemprocedure zal oordelen dat het niet hebben van een rijbewijs tot 12 december 2016, de datum waarop het rijbewijs volgens het CBR haar geldigheid had verloren, een omstandigheid is die voor rekening van de werkgever dient te komen. Vast staat dat werknemer verlof heeft opgenomen van 8 december tot en met 22 december 2016. Nu Connexxion ter zitting heeft toegezegd dat zij deze dagen van de verlofdagen van werknemer zal afboeken, zal het salaris tot en met 22 december 2016 worden toegewezen. Vast staat dat het CBR op 5 december 2016 aan werknemer heeft meegedeeld dat het rijbewijs geldig was tot 12 december 2016 en dat werknemer zelf een nieuw rijbewijs moest aanvragen. Werknemer heeft niet, althans onvoldoende, onderbouwd waarom hij niet meteen na zijn vakantie een nieuwe aanvraag heeft ingediend. De kantonrechter acht het daarom aannemelijk dat in een bodemprocedure zal worden geoordeeld dat werknemer de bedongen arbeid niet kon verrichten wegens een omstandigheid die voor rekening van de werknemer komt. Het gevorderde salaris vanaf 24 oktober tot 23 december 2016 wordt toegewezen en de loonvordering vanaf 23 december 2016 tot 16 januari 2016 wordt afgewezen.